Bij verkennend lezen heb je gekeken naar de titel, de tussenkopjes, de plaatjes en de anders gedrukte woorden. Je kunt dan het onderwerp voorspellen.
Daarna ga je de tekst globaal lezen. Je leest de hele tekst. Je hoeft niet elk woord te begrijpen. Je weet ongeveer waar de tekst over gaat. Je controleert dus of je het onderwerp goed had voorspeld.