Dag 6

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 5

Ruzie

praten over

• spreken over een thema
• werkwoord
• ik praat over - wij praten over
• zin: De leerlingen praten over de voetbalwedstrijd. 

31

de reactie

• het antwoord
• zin: Ik heb een appje gestuurd, maar ik kreeg geen reactie. 

32

roddelen

• vervelende dingen zeggen over iemand
• werkwoord
• ik roddel - wij roddelen
• zin: De buurvrouw roddelt over haar vriendin.  

33

roepen

• hard iets zeggen
• schreeuwen
• werkwoord
• ik roep - wij roepen
• zin: We gaan zo eten, roep jij papa even? 

34

de ruzie

• boos op elkaar zijn
• ruzie hebben
• de ruzie -  de ruzies
• zin: We hebben ruzie met de buren. 

35

slaan

• iemand of iets met je hand hard raken
• werkwoord
• ik sla -wij slaan
• zin: Zij slaat haar broer omdat ze boos is. 

36

Maak een zin met het woord:
praten over

31

Wat betekent hetzelfde als:
reactie?

32

1. antwoord
2. negeren
3. lezen
4. praten

Wat is goed?

33

1. Roddelen is vervelende dingen over iemand zeggen.
2. Roddelen is antwoord geven.
3. Roddelen is leuke dingen over iemand zeggen.
4. Roddelen is aardig zijn.

Waar zie jij het woord:
roepen?

34

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is goed?

35

1. Ruzie maken is gezellig.
2. Ruzie maken is samen met iemand roddelen.
3. Ruzie maken is niet leuk.
4. Mensen zijn boos op elkaar als ze ruzie maken.

Waar zie je:
slaan?

36

1. 
2. 
3. 
4.