Dag 6

Ruzie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ruzie

Slide 1 - Slide

praten over
  • spreken over een thema
  • werkwoord
  • ik praat over - wij praten over
  • zin: De leerlingen praten over de voetbalwedstrijd. 
31

Slide 2 - Slide

de reactie
  • het antwoord
  • zin: Ik heb een appje gestuurd, maar ik kreeg geen reactie
32

Slide 3 - Slide

roddelen
  • vervelende dingen zeggen over iemand
  • werkwoord
  • ik roddel - wij roddelen
  • zin: De buurvrouw roddelt over haar vriendin.  
33

Slide 4 - Slide

roepen
  • hard iets zeggen
  • schreeuwen
  • werkwoord
  • ik roep - wij roepen
  • zin: We gaan zo eten, roep jij papa even? 
34

Slide 5 - Slide

de ruzie
  • boos op elkaar zijn
  • ruzie hebben
  • de ruzie -  de ruzies
  • zin: We hebben ruzie met de buren. 
35

Slide 6 - Slide

slaan
  • iemand of iets met je hand hard raken
  • werkwoord
  • ik sla -wij slaan
  • zin: Zij slaat haar broer omdat ze boos is. 
36

Slide 7 - Slide

Maak een zin met het woord:
praten over
31

Slide 8 - Open question

Wat betekent hetzelfde als:
reactie?
32
A
antwoord
B
negeren
C
lezen
D
praten

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
33
A
Roddelen is vervelende dingen over iemand zeggen.
B
Roddelen is antwoord geven.
C
Roddelen is leuke dingen over iemand zeggen.
D
Roddelen is aardig zijn.

Slide 10 - Quiz

Waar zie jij het woord:
roepen?
34
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Wat is goed?
35

A
Ruzie maken is gezellig.
B
Ruzie maken is samen met iemand roddelen.
C
Ruzie maken is niet leuk.
D
Mensen zijn boos op elkaar als ze ruzie maken.

Slide 12 - Quiz

Waar zie je:
slaan?
36
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz