6.4 Meer of minder produceren

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 6

6.3 Op de markt

Huiswerk bespreken. Opdracht: 4, 6, 7 en 9

Opdracht 4

Opdracht 6

Opdracht 7

Opdracht 9

Hoofdstuk 6

6.4 Meer of minder produceren

Soorten kosten

Binnen je onderneming wil je graag op de kosten letten.

• Vaste kosten - blijven gelijk, ongeacht wat je produceert
• Variabele kosten - kosten die veranderen wanneer je productie verandert

Afschrijving van een productierobot

1. Vaste kosten
2. Variabele kosten

Aluminium buizen voor een fietsframe

1. Vaste kosten
2. Variabele kosten

Loon van de directeur

1. Vaste kosten
2. Variabele kosten

Transport van de fietsen naar winkels

1. Vaste kosten
2. Variabele kosten

Productiecapaciteit

Productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid die binnen een bedrijf geproduceerd kan worden.

Wordt onder andere bepaald door:

• Aantal mensen dat werkt
• Aantal uren dat er gewerkt wordt
• Hoeveelheid kapitaalgoederen die gebruikt worden

Arbeidsproductiviteit

Meer produceren maar hetzelfde aantal personeelsleden? Dan moet de arbeidsproductiviteit stijgen.

Arbeidsproductiviteit - de productie per persoon in een bepaalde tijd

Een broodfabriek wil de kostprijs per brood verlagen. Daarom investeert de eigenaar in nieuwe computergestuurde machines en ovens. Leg uit waarom de arbeidsproductiviteit nu kan stijgen.

Arbeidsproductiviteit berekenen

Arbeidsproductiviteit wordt altijd per persoon berekend

Arbeidsproductiviteit = totale productie : aantal werknemers

Een kledingfabriek produceert 96.000 t-shirts per week. De 16 werknemers werken 5 dagen per week. Een werkdag is 8 uur.

Milieubewust produceren

Positieve gevolgen van meer productie 

- maatschappelijke opbrengsten

Negatieve gevolgen van meer productie 

- maatschappelijke kosten

Maatschappelijk verantwoord ondernemen - rekening houden met mens en milieu tijdens de productie

SO H5 en H6

vrijdag 5 april

Cijfer telt 1,5x mee

Tentamen H5 en H6

Dinsdag 9 april

14.05 - 15.35 uur

lokaal 113

AAN HET WERK!

Huiswerk voor de volgende les: 

opdracht 1 t/m 11 van paragraaf 6.4

Overslaan: 1, 2, 6, 7, 8 en 11