5.4 Zonder werk?

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling leerdoelen vorige les
Uitleg paragraaf 5.4
Zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vorige les
Hoe de arbeidsmarkt eruit ziet
Wie zorgt voor vraag en wie voor aanbod van arbeid?
wanneer je bij de beroepsbevolking hoort
Welk werk meetelt in de economische cijfers

Slide 3 - Slide

Wie behoren er tot de beroepsbevolking?
A
Iedereen van 15 tot 67 die werkt
B
Alle volwassenen die werken
C
Iedereen van 15 tot 67
D
Iedereen van 15 tot 67 die werkt of werkloos is

Slide 4 - Quiz

Noah doet regelmatig vrijwilligerswerk bij het bejaardentehuis in het dorp
A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe noem je de overheidsinstelling die je helpt een nieuwe baan te vinden en die beoordeelt of je recht hebt op een WW-uitkering?
A
CBS
B
CDA
C
UWV
D
ECB

Slide 13 - Quiz

Er zijn perioden waarin het goed gaat met de economie, en perioden waarin het minder gaat. Hoe noem je deze golfbeweging van de economie?
A
Frictie
B
Conjunctuur

Slide 14 - Quiz

Wanneer ben je werkloos?
A
Als je geen werk hebt
B
Als je actief op zoek bent naar een baan
C
Als je geen werk hebt EN je bent actief op zoek naar een baan

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Computersystemen hebben bij banken en verzekeringsmaatschappijen het werk van veel administratief personeel overbodig gemaakt
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Door de coronacrisis zijn mensen bang om hun baan kwijt te raken, hierdoor kopen ze veel minder producten
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Veel bedrijven verplaatsen hun productie naar lagelonenlanden
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 25 - Quiz

De vraag naar producten is gedaald. Hierdoor is Arno werkloos geworden. Van welke vorm van werkloosheid is hier sprake?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Structurele werkloosheid

Slide 26 - Quiz

Huiswerk volgende les
maken opdracht 39, 40, 41, 44, 46, 47, 49
Let op: volgende les: inleveren al het huiswerk van hoofdstuk 5 voor een cijfer!

Slide 27 - Slide