4VWO_Chapitre 5_Schrijfopdracht

1 / 19

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Dans nous lycee > Dans notre lycée

notre clubs > nos clubs

c'est important pour ils vie > c'est important pour leur vie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Delend lidwoord

Gebruik je in het Nederlands geen lidwoord, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord:

Wij hebben clubjes = nous avons des clubs

Slide 6 - Slide

Beaucoup de

Na een woord van hoeveelheid altijd

DE / D'

beaucoup de > Il y a beaucoup d'activités

peu de

un kilo de

Slide 7 - Slide

Spelling

par exemple

les gents > les gens

Slide 8 - Slide

Woordkeuze

Notre scolaire > notre école

les métiers-bèta > les matières scientifiques

er is = il y a

enkele = quelques (niet un petit peu)

le organise = l'organisation

Talentklas > des cours pour des élèves doués

scientifique = bijv. nw / les sciences = zelfst. nw.

Den Haag = La Haye

Slide 9 - Slide

Werkwoorden

Les élèves êtes > les élèves sont

Notre école organiser > notre école organise

Je sortir partir > je suis parti / je vais partir

Slide 10 - Slide

Lidwoorden

mannelijk = le, un

vrouwelijk = la, une

Weet je het niet > opzoeken!

une école

une fête

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorzetsels bij landen en steden

Slide 13 - Slide

Voorzetsels à & de

à = in, naar, aan, op, bij

à + le = au

à + les = aux

de = van

de + le = du

de + les = des

Slide 14 - Slide

Signaalwoorden

Gebruik signaalwoorden om je verhaal te structureren

Tegenstelling: mais, par contre, au contraire

Opsomming: de plus, ensuite, puis, d'abord

Conlusie: bref, donc, alors

Slide 15 - Slide

Ontkenning

Les élèves ne pas vivent pour l'école

Les élèves ne vivent pas pour l'école

On a pas > on n'a pas

Le club est pas > le club n'est pas

Slide 16 - Slide

Categorieën

Spelling

Woordkeuze

Werkwoorden

Getal + Geslacht = lidwoorden, bijv. nw., bez. vnw., ev/mv

Voorzetsels

Ontkenningen

Slide 17 - Slide

Toetsweek 3

Chapitre 5

Vocabulaire A + B p. 80-82
Référence : §18. Je mening geven p. 101 & §5. School en opleiding p. 94
Werkwoorden : être, avoir, choisir, devenir, croire, savoir, mettre, dire, er-werkwoorden (présent, imparfait, passé composé, futur, conditionnel)
Grammaire A p. 51

Slide 18 - Slide

Alles gemaakt? Nakijken!

https://hetnieuwelyceum-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/hou_hetnieuwelyceum_nl/ERVizeD9J11Kg89DXV14fJgBA1NIr_wlHZ09jCLnyu8R2w?e=YFKQ84

Slide 19 - Slide