1.1 Organismen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

1.1 organismen

Voorkennis

1. wat zijn organismen? 

2. Hoe bepaal ik of iets leeft of niet (waar let je op)?

Doel

A.h.e.v.d.l:

1. Weet je wat organismen zijn. 

2. Weet je wat levenskenmerken zijn en kun je er 7 opnoemen.

3. Ken je de levensfases van een mens

instructie 1/4

• Organismen: Levende wezens. Onderverdeeld in 4 rijken: Dieren, planten, schimmels, bacteriën.
• Levenskenmerken: Kenmerken waaraan je kan zien of iets leeft.

1. Levend: vertoont levenskenmerken.
2. Dood: heeft levenskenmerken gehad.
3. Levenloos: heeft nooit levenskenmerken gehad.

2/4

instructie 3/4

Groei & ontwikkeling:

* Groei = groter en zwaarder worden

* Ontwikkeling = veranderingen in de bouw (vleugels krijgen, borsthaar krijgen, bloemblaadjes krijgen). 

Stofwisseling: 
Omzetten van stoffen in andere stoffen: Hierbij horen voeding, ademhaling en uitscheiding. 

Instructie 4/4

Ontwikkeling: Kan geestelijk en lichamelijk zijn. 

       Lichamelijk: Borsthaar, borsten, zware stem. 

       Geestelijk: leren lezen, verliefdheid, zelfstandig worden, muziek smaak. 

Levensfasen: Periodes in het leven van een mens (met eigen kenmerken). 

Inoefening

Johan had als baby vaak buikpijn. Uit onderzoek bleek dat hij een koemelkallergie heeft. Door deze allergie kan hij sommige stoffen uit koemelk niet goed verteren en krijgt hij buikpijn als hij koemelk drinkt.

a. Welk levenskenmerk is verstoord door de koemelkallergie van Johan?

Behalve dat Omar veel buikpijn had, groeide hij minder snel dan andere baby’s.

b. Leg uit hoe dat kwam.

Wat zijn levenskenmerken?

1. hoe groot en zwaar een organisme is
2. kenmerken van een levend organisme
3. de ontwikkeling van een organisme
4. kenmerken van een dood organisme

Wanneer vindt geestelijke ontwikkeling plaats?

1. tussen 0 -6 jaar
2. tussen 0 - 21 jaar
3. 0 - 65 jaar
4. Alle leeftijden

0 - 1,5  jaar 

1,5 - 4 jaar

4 - 6 jaar

6 - 12 jaar

16 - 21 jaar

21 - 65 jaar

65+ jaar

12 - 16 jaar

Oefenen

Lezen basisstof 1.1 organismen

Maken opdrachten: 1-2-4-5-6

(grote) lesafsluiting

• Hoe ging het? 
• Waren er opdrachten of onderwerpen lastig?