Paragraaf 2

Paragraaf 2
Rivieren van ijs
> Ga rustig zitten
> Chromebook op tafel
> Telefoon in de tas
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 2
Rivieren van ijs
> Ga rustig zitten
> Chromebook op tafel
> Telefoon in de tas

Slide 1 - Slide

Eerst dit
Jullie hebben de starttoets van vorige week terug gekregen in LessonUp.

Staat er bij reactie op de laatste vraag:
'Je mag zelfstandig aan de slag'
Dan mag je tijdens de klassikale uitleg alvast aan het werk (hoeft niet!)

Neem zelfstandig de gedeelde LessonUp door en maak de opdrachten die bij het huiswerk in Magister staan. Je doet dit in stilte.

Slide 2 - Slide

Hoe is dit dal ontstaan -
door een rivier of een gletsjer?

Slide 3 - Slide

Dit dal is ontstaan door de rivier die er doorheen loopt. Het water van de rivier heeft door de jaren heen een dal in de vorm van een V uitgesneden tussen deze bergen.

Bij een gletsjerdal, zie je dat het dal veel breder is.

Slide 4 - Slide

Wat leer je?
1. Je weet welk effect een gletsjer heeft op het landschap er omheen

2. Je weet hoe de Alpen eruit zagen tijdens en na de ijstijd

3. Je weet wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn

4. Je kan de onderdelen van een gletsjer aanwijzen en benoemen

Slide 5 - Slide

Gletsjers
Een dik pak ijs dat is ontstaan uit bevroren lagen oude sneeuw (firn).

Gletsjers liggen in de dalen (niet op de steile toppen) van een berg.
Zo'n dal met een gletsjer heet een firnbekken.

Slide 6 - Slide

IJstijd: tijdens & na
IJstijd (glaciaal): een heel koude periode voor de wereld.

Veel gletsjers in de Alpen. Deze vormden het landschap door erosie.

Nu: gletsjers zijn weg, maar de vorm van het landschap blijft over.

Slide 7 - Slide

Een gletsjer is breed en schuurt dus ook een breed dal uit. Het dal krijgt de vorm van een U; een U-dal.

Anders bij een rivier, die een veel smaller dal maakt: een V-dal.

Slide 8 - Slide

U-dal of V-dal?
A
U-dal
B
V-dal

Slide 9 - Quiz

Je ziet een breed uitgesleten dal. Dit is gemaakt door een gletsjer en is dus een U-dal.

Slide 10 - Slide

Oud gebergte of jong gebergte?
A
Oud
B
Jong

Slide 11 - Quiz

Deze bergen zijn steil, hebben spitse toppen, en zijn erg hoog. Het gebergte bestaat nog niet lang genoeg om gekrompen te zijn; het is een jong gebergte.

Slide 12 - Slide

Erosie of verwering?
A
Erosie
B
Verwering

Slide 13 - Quiz

Het gesteente valt uit elkaar als gevolg van plantengroei. Dit is verwering.

Slide 14 - Slide

Een gletsjer neemt door erosie aan alle kanten veel puin mee.

Een berg puin die door een gletsjer ontstaat, heet een morene.

Je vindt ze aan de zijkant, het eind, en onder de gletsjer.

Slide 15 - Slide

De gevolgen van een gletsjer zie je ook lang na de ijstijd terug.

In de vorm van dalen, rivieren, maar ook watervallen.

Hier: gletsjer heeft het zo geërodeerd dat er een plek ontstaat waar het water valt.

Slide 16 - Slide

Eind van de gletsjer (bij de gletsjerpoort) wordt het ijs water - begin van een rivier.

Begin van een rivier = bovenloop.
Het water stroomt heel snel en er vindt dus veel erosie plaats.

Slide 17 - Slide

Bij welk cijfer zie je een morene?
A
2
B
3
C
5

Slide 18 - Quiz

Sleep het raketje naar de bovenloop van de rivier.

Slide 19 - Drag question

Aan de slag
Maken: paragraaf 2.2 (Rivieren van ijs)
Overslaan: 2, 7

Klaar?
Ga naar 'Leeroverzicht'
Lees de doelen onder het kopje 'Theorie'
Geef voor jezelf antwoord op deze doelen
(typen/schrijven)
Kijk deze video's voor herhaling over:

Snel klaar?
Maak Keuzemenu A:
Gletsjerwandeling

Slide 20 - Slide