Paragraaf 2

Paragraaf 2
Rivieren van ijs
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 2
Rivieren van ijs

Slide 1 - Slide

Hoe is dit dal ontstaan -
door een rivier of een gletsjer?

Slide 2 - Slide

Dit dal is ontstaan door de rivier die er doorheen loopt. Het water van de rivier heeft door de jaren heen een dal in de vorm van een V uitgesneden tussen deze bergen.

Bij een gletsjerdal, zie je dat het dal veel breder is.

Slide 3 - Slide

Wat leer je?
1. Je weet welk effect een gletsjer heeft op het landschap er omheen

2. Je weet hoe de Alpen eruit zagen tijdens en na de ijstijd

3. Je weet wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn

4. Je kan de onderdelen van een gletsjer aanwijzen en benoemen

Slide 4 - Slide

Gletsjers
Een dik pak ijs dat is ontstaan uit bevroren lagen oude sneeuw (firn).

Gletsjers liggen in de dalen (niet op de steile toppen) van een berg.
Zo'n dal met een gletsjer heet een firnbekken.

Slide 5 - Slide

IJstijd: tijdens & na
IJstijd (glaciaal): een heel koude periode voor de wereld.

Veel gletsjers in de Alpen. Deze vormden het landschap door erosie.

Nu: gletsjers zijn weg, maar de vorm van het landschap blijft over.

Slide 6 - Slide

Een gletsjer is breed en schuurt dus ook een breed dal uit. Het dal krijgt de vorm van een U; een U-dal.

Anders bij een rivier, die een veel smaller dal maakt: een V-dal.

Slide 7 - Slide

U-dal of V-dal?
A
U-dal
B
V-dal

Slide 8 - Quiz

Je ziet een breed uitgesleten dal. Dit is gemaakt door een gletsjer en is dus een U-dal.

Slide 9 - Slide

Oud gebergte of jong gebergte?
A
Oud
B
Jong

Slide 10 - Quiz

Deze bergen zijn steil, hebben spitse toppen, en zijn erg hoog. Het gebergte bestaat nog niet lang genoeg om gekrompen te zijn; het is een jong gebergte.

Slide 11 - Slide

Erosie of verwering?
A
Erosie
B
Verwering

Slide 12 - Quiz

Het gesteente valt uit elkaar als gevolg van plantengroei. Dit is verwering.

Slide 13 - Slide

Een gletsjer neemt door erosie aan alle kanten veel puin mee.

Een berg puin die door een gletsjer ontstaat, heet een morene.

Je vindt ze aan de zijkant, het eind, en onder de gletsjer (zij-, eind- en grondmorene).

Slide 14 - Slide

De gevolgen van een gletsjer zie je ook lang na de ijstijd terug.
In de vorm van dalen, rivieren, meren.

Hier: eind van gletsjerdal, rivier heeft zacht gesteente geërodeerd - er is een waterval ontstaan.

Slide 15 - Slide

Eind van de gletsjer (bij de gletsjerpoort) wordt het ijs water - begin van een rivier.

Begin van een rivier = bovenloop.
Het water stroomt heel snel en er vindt dus veel erosie plaats.

Slide 16 - Slide

Met snelstromend water kan je goed elektriciteit opwekken.

Water stroomt langs een turbine -> zet de generator aan -> energie.

Dit heet hydro-elektriciteit.

Slide 17 - Slide

Bij welk cijfer zie je een morene?
A
2
B
3
C
5

Slide 18 - Quiz

Sleep het raketje naar de bovenloop van de rivier.

Slide 19 - Drag question

Samengevat
Hoog in de bergen ontstaan gletsjers in firnbekken. Deze schuiven langzaam naar beneden, wat bijvoorbeeld U-dalen creëert.

Het puin dat een gletsjer meeneemt, heet een morene. Je kan morenen van oude, gesmolten gletsjers nog vinden in het landschap.

Aan het eind van de gletsjer begint een rivier. Aan het begin, in de bovenloop, stroomt deze rivier nog heel snel en vormt het vaak V-dalen.

Door de snelle stroming van water kunnen ook watervallen ontstaan. Je kan deze stroming gebruiken om hydro-elektriciteit op te wekken.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Maken: paragraaf 2.2 (Rivieren van ijs)

Klaar?
Ga naar 'Leeroverzicht'
Lees de doelen onder het kopje 'Theorie'
Geef voor jezelf antwoord op deze doelen
(typen/schrijven)
Kijk deze video's voor herhaling over:

Slide 21 - Slide