Hoofdstuk 5 par. 1 Balans deel 1

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
par. 5.1 De balans
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
par. 5.1 De balans

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Bespreken huiswerk hoofdstuk 4 + terugblikken vorige les
  • Toets plannen
  • Instructie hoofdstuk 5 deel 1
  • zelfstandig aan het werk gaan met de opdrachten voor de volgende les(tot en met 5.6 af)

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
  • Ondernemingsplan
  • Financieel plan
  • Marketingplan
  • SWOT-analyse
  • Marketingmix/4 p's

Slide 3 - Slide

Huiswerk

Slide 4 - Slide

Maak opgave 5.1 en 5.2

Klaar? Lees de theorie goed door en probeer vast verder te werken. 

Slide 5 - Slide

Balans??

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Balans
  • Een overzicht van de bezittingen en het vermogen van een onderneming op een bepaald moment
  • Linkerkant -> debetzijde / activakant / bezittingen
  • Rechterkant -> creditzijde / passivakant / vermogen
  • Een balans is altijd in evenwicht
  • Een balans is een momentopname

Slide 8 - Slide

balans per 1 / 1 / 2021

activa (debet / bezittingen) 
passiva (credit / vermogen) 
Vaste activa (activa die langer dan een jaar meegaan)
bijvoorbeeld:
Pand, auto, laptop, inventaris
Inventaris -> inrichting en aankleding van een pand (denk aan meubels, kassa, pinapparaat etc)

Vlottende activa (activa die korter dan een jaar meegaan)
bijvoorbeeld:
voorraad, debiteuren
Debiteuren -> geld dat het bedrijf nog moet ontvangen van haar klanten
Liquide activa (betaalmiddelen)
 kas, bank

Eigen vermogen 
Geld van de eigenaar zelf

Lang vreemd vermogen
(leningen die langer dan 1 jaar lopen)
Geleend geld van de familie, vrienden, bank 
Bijvoorbeeld: hypothecaire lening, lening bank

Kort vreemd vermogen
(leningen korter van 1 jaar)
Crediteuren -> leveranciers die nog geld tegoed hebben van het bedrijf -> die moeten nog betaald worden

Totaal                                                         € 
Totaal                                                         € 

Slide 9 - Slide

Debet (activa) zijn:
A
Schulden
B
Bezittingen
C
Kas
D
Bank

Slide 10 - Quiz

Wat staat aan de debet kant van de balans?
A
voorraad goederen
B
banklening
C
crediteuren
D
debiteuren

Slide 11 - Quiz

Voorbeeld
46

Slide 12 - Slide

Het eigen vermogen staat
A
aan de debetzijde van de balans
B
op de winst - verlies rekening
C
bij vlottende activa
D
aan de creditzijde van de balans

Slide 13 - Quiz

huiswerk 
voor de volgende les heb je af tot en met opdracht 5.6 af 
Opdracht op het extra blad

Slide 14 - Slide