Toets Natuurrampen in Japan HFD7 jaar 1

1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze tabel gaat over de opbouw van de aarde. 
  Neem de tabel over. Zet de woorden op de juiste plek in de tabel. 
  Kies uit: laag – hoog – zeer hoog – vast – stroperig

vast
stroperig
hoog
zeer hoog
laag

Slide 2 - Drag question

Wat hoort bij de uitbarsting van een stratovulkaan? Kies het juiste woord.

De uitbarsting is ____
A
vrij rustig
B
zeer explosief.

Slide 3 - Quiz

Met de cijfers 1 t/m 5 is een aantal verschijnselen aangegeven. Met behulp van pijlen kun je hiervan een oorzaak-gevolgketen maken (zie figuur hiernaast). Zet de cijfers, van links (begin proces) naar rechts (einde proces), in de juiste volgorde. Je begint met het getal 2.

Slide 4 - Open question

Neem de letters A t/m E en beschrijf wat er gebeurd bij een Tsunami

Slide 5 - Open question

Welke taak heeft een seismoloog?

Slide 6 - Open question

Hoe wordt in rijke landen in aardbevingszones rekening gehouden met aardbevingen?
A
door de grond te verstevigen
B
door speciale bouwtechnieken
C
door zo laag mogelijk te bouwen
D
door zo goedkoop mogelijk te bouwen

Slide 7 - Quiz

Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming

Slide 8 - Drag question

Welke uitspraak is juist?
A
Vulkanen en aardbevingen komen voornamelijk voor bij plaatranden.
B
Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
C
Een continentale plaat is zwaarder dan een oceanische plaat.
D
Rond de Atlantische Oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor.

Slide 9 - Quiz

a Is de plaat met nummer 2 een oceanische of een continentale plaat?

b Verklaar je antwoord bij vraag a.

Slide 10 - Open question

Iemand doet twee uitspraken:
I Met de schaal van Richter wordt de kracht van een aardbeving gemeten.
II Een aardbeving met kracht 5 op de schaal van Richter is 100 keer zo
zwaar als een aardbeving met kracht 3.

Welke uitspraak is juist?


A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 11 - Quiz


Troggen ontstaan door ....

A
platen die uit elkaar drijven
B
platen die botsen

Slide 12 - Quiz

Tussen Amerika en Europa zie je de Midden-Atlantische Rug liggen. Hoe is dit gebergte ontstaan?
A
Door het botsen van platen.
B
Door het uit elkaar bewegen van platen.
C
Door het langs elkaar schuiven van platen.
D
Door het uitbarsten van vulkanen.

Slide 13 - Quiz

Welke zinnen zijn waar? Kies de juiste antwoorden.



A Oceaanplaten zijn dikker dan landplaten.
B Oceaanplaten zijn dunner dan landplaten.
C Landplaten zijn zwaarder dan oceaanplaten.
D Landplaten zijn lichter dan oceaanplaten.


A
A en B
B
C en D
C
A en C
D
B en D.

Slide 14 - Quiz

Wat is geen natuurramp die in Japan kan voorkomen?
A
Aardbeving
B
Vulkaanuitbarsting
C
Tsunami
D
Hongersnood

Slide 15 - Quiz

Welke van deze twee soorten aardplaten is het zwaarst?
A
Oceanische plaat
B
Continentale plaat

Slide 16 - Quiz

Gesmolten gesteente onder de aardkorst noem je:
A
Lava
B
Magma

Slide 17 - Quiz

Een diepe kloof onder in de zee, noemen we:
A
subductie
B
een canyon
C
een trog
D
een zeebeving

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform

Slide 21 - Quiz

Welke beweging van aardplaten vinden we op plekken waar subductie is?
A
Transforme beweging
B
Divergente beweging
C
Convergente beweging

Slide 22 - Quiz

Een tsunami kan voorkomen worden door het plaatsen van een waarschuwingssysteem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Een aardbeving die een tsunami veroorzaakt heeft altijd een hypocentrum dat in zee ligt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

De kracht van een aardbeving meet je met:
A
de schaal van beaufort
B
een weegschaal
C
een fruitschaal
D
de schaal van richter

Slide 25 - Quiz

Een aardbeving begint ergens diep in de aardkorst. Het punt aan het aardoppervlak daar loodrecht boven heet het epicentrum
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Wetenschappers die aardbevingen bestuderen heten:
A
Geologen
B
Geografen
C
Seismologen
D
Tsunamilogen

Slide 27 - Quiz

Een caldera kan ontstaan doordat onder de vulkaan de .......... leegstroomt.
A
kraterpijp
B
magmakamer
C
convectiestroom
D
aardmantel

Slide 28 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Magma
B
As
C
Geotermische verwarming

Slide 29 - Quiz

Het hele systeem dat je in de afbeelding ziet wordt aangedreven door:
A
Aardwarmte
B
Convestiestromen
C
Zeestromen
D
De zwaartekracht

Slide 30 - Quiz

Op de foto na de uitbarsting van een vulkaan zie je:
A
Lava
B
Magma

Slide 31 - Quiz

Op deze foto zie je een:
A
Stratovulkaan
B
Schildvulkaan
C
Calderavulkaan
D
Kratermeer

Slide 32 - Quiz

Je kunt voorspellen waar op aarde zware aardbevingen gaan komen in de toekomst.
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Wat is slim om te doen na een tsunami alarm?
A
In de verstevigde kelder van je huis gaan zitten.
B
Buiten op een open terrein gaan staan.
C
Snel naar een hoog gelegen gebied gaan.
D
Met een boot zover mogelijk de zee op varen.

Slide 34 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de werking van een tsunami waarschuwing?
A
boei op zee voelt een golf > gegevens gaan naar een drijvende boei > gegevens gaan naar een satelliet > alarm gaat af bij een station op de kust
B
boei op zee voelt een golf > gegevens gaan naar een satelliet > alarm gaat af bij een station op de kust > gegevens gaan naar een satelliet
C
alarm gaat af bij een station op de kust > gegevens gaan naar een satelliet > boei op zee voelt een golf > gegevens gaan naar een drijvende boei >
D
boei op zee voelt een golf > gegevens gaan naar een satelliet > gegevens gaan naar een drijvende boei > alarm gaat af bij een station op de kust

Slide 35 - Quiz

Voorspellen wanneer een vulkaan gaat uitbarsten is:
A
Prima te doen.
B
Lastig.
C
Onmogelijk.
D
Onverwachte uitbarstingen zijn juist leuk, niet proberen ze te voorspellen dus!

Slide 36 - Quiz

Welk signaal hoort niet bij een aankomende vulkaanuitbarsting?
A
Extra zwaveluitstoot
B
Verhoogde temperatuur van de vulkaan
C
Lichte aardbevingen rond de vulkaan
D
Extra neerslag in het gebied rond de vulkaan

Slide 37 - Quiz