This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
1e klas
oefentoets H4: Natuurrampen in Japan
Lees de vragen goed! Typ duidelijk a., b. en c. als je meerdere antwoorden moet geven bij een vraag.
Sluit de toets af door op het kruisje en daarna op afsluiten te klikken. Succes!
Slide 1 - Slide
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Als je op volle zee op een groot schip vaart, merk je heel weinig van een tsunami.
2. De gemiddelde snelheid van een tsunami in volle zee kan oplopen tot 1.000 kilometer per uur.
3. Een tsunami wordt pas gevaarlijk in ondiep water.
4. Het hypocentrum is de plaats op het aardoppervlak waar de aardbeving begint.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 2 - Drag question
Als je op de schaal van richter van 1 naar 2 gaat is de aardbeving:
A
1x zo sterk
B
10x zo sterk
C
100x zo sterk
D
1000x zo sterk
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je een wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van aardbevingen?
Slide 4 - Open question
Tussen Amerika en Europa zie je de Mid-Atlantische Rug liggen. Hoe is dat gebergte op de zeebodem ontstaan?
A
Door het botsen van platen.
B
Door het uit elkaar bewegen van platen.
C
Door het langs elkaar schuiven van platen.
D
Door het uitbarsten van vulkanen.
Slide 5 - Quiz
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Je kunt voorspellen wanneer er ergens een aardbeving gaat plaatsvinden.
2. Je kunt voorspellen waar mogelijk een aardbeving zal gaan plaatsvinden in de toekomst.
3. Je kunt voorspellen wanneer er een vulkaan gaat uitbarsten.
4. Je kunt voorspellen waar in de toekomst een tsunami kan plaatsvinden.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 6 - Drag question
Leg in drie stappen duidelijk uit hoe een caldeira ontstaat:
Slide 7 - Open question
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Japan heeft last van verschillende soorten natuurrampen.
2. Bij een transforme beweging gaan de platen langs elkaar.
3. Platentektoniek is de naam voor alle platen bij elkaar.
4. Platen bewegen vrij snel ten opzichte van elkaar.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 8 - Drag question
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Vulkanen en aardbevingen komen voornamelijk voor bij plaatranden.
2. Platen kunnen op vier manieren ten opzichte van elkaar bewegen.
3. Rond de Grote Oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor.
4. Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 9 - Drag question
Sleep de verschijnselen naar de juiste groep.
Endogene krachten
Exogene krachten
Neerslag
Aardbeving
Overstroming
Lawine
Vulkaanuitbarsting
Gebergtevorming
Tornado
Orkaan
Slide 10 - Drag question
Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.
Convergent
Divergent
Transform
Slide 11 - Drag question
a Wat voor soort vulkaan is de Fuji (zie foto)? b. Leg uit hoe je dat kunt zien!
Slide 12 - Open question
Welke zinnen zijn waar? Kies de juiste antwoorden.
A Oceaanplaten zijn dikker dan landplaten. B Oceaanplaten zijn dunner dan landplaten. C Landplaten zijn zwaarder dan oceaanplaten. D Landplaten zijn lichter dan oceaanplaten.
A
A en B
B
C en D
C
A en C
D
B en D
Slide 13 - Quiz
a Wat is in Japan het verband tussen de afstand tot het epicentrum en de schade van de Sendaibeving in 2011? b Waarom geldt dit niet altijd voor andere landen?
Slide 14 - Open question
Hoe voorspel je een natuurramp? Sleep de juiste combinaties naar elkaar.
Vulkaanuitbarsting
Aardbeving
Tsunami
Orkaan
Bijna onmogelijk volgens seismologen
Zwavel dampen meten
Dagen van te voren zichtbaar op satellietbeelden
Door middel van boeien op zee
Slide 15 - Drag question
Beschrijf in vier stappen hoe een tsunami ontstaat. (zet duidelijk 1 t/m 4 bij je antwoord)