2.1 Het skelet (stip)

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§2.1 Het skelet
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§2.1 Het skelet

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Leerdoelen
  • Uitleg §2.1
  • Aan de slag!
  • Bespreken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de functies van het menselijk skelet noemen.
  • Je kunt de botten van het menselijk skelet benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe botten gebouwd zijn en uit
     welke botten stoffen bestaan.
  • Je kunt uitleggen hoe de samenstelling van je botten tijdens
      je leven verandert.

Slide 3 - Slide

§2.1 Het skelet
Het skelet bestaat uit 206 beenderen/botten.
- de botten in je hoofd vormen je schedel
- de schedel staat op de wervelkolom
- de ribben, een deel van de wervelkolom en het borstbeen vormen je borstkas
- de wervelkolom zit aan de onderkant aan de heupbeenderen
  (horen bij je bekken) vast
- de armen en benen noem je samen de ledematen.


Slide 4 - Slide

  1. Stevigheid geven aan je lichaam
    door je skelet kun je rechtop staan en zitten.

  2. Vorm geven aan je lichaam
    bijv.: de botten van je schedel geven vorm aan je hoofd

  3. Kwetsbare organen beschermen
    bijv.: de borstkas beschermt hart en longen en
    de schedel beschermt de hersenen.

  4. Beweging mogelijk maken
      spieren zitten aan botten vast.
      Dankzij spieren en gewrichten kunnen de botten bewegen.
Vier functies van het skelet

Slide 5 - Slide

Hoe zijn botten gebouwd?
Twee soorten beenderen of botten

  • Pijpbeenderen
    - zijn rond
    - dienen vooral voor stevigheid en houden je lichaam rechtop
    - bijv.: je opperarmbeen en dijbeen

  • Platte beenderen
    - zijn plat
    - beschermen kwetsbare organen zoals hart en longen
    - bijv.: heupbeenderen, borstbeen, ribben en de botten van je schedel

Slide 6 - Slide

Bouw van een pijpbeen
kraakbeenweefsel (kraakbeen) aan het uiteinde van het bot
- zorgt ervoor dat botten soepel langs elkaar kunnen bewegen

Beenvlies rondom het bot
- hierin zitten bloedvaten en zenuwen
- bloedvaten en zenuwen groeien vanuit het
  beenvlies het bot in (voor voedingsstoffen en gevoel)

Beenweefsel (bot)
- harde laag onder het beenvlies 

Holte in het midden van een pijpbeen
- hierin zit geel beenmerg
- in geel beenmerg zit vet opgeslagen, vandaar de gele kleur

Slide 7 - Slide

Bespreken

Slide 8 - Slide

Beenweefsel (botweefsel)
- bestaat uit beencellen die in ringen groeien (het midden van de ringen is hol, daarin lopen bloedvaten).
- beencellen maken tussencelstof (stof die tussen cellen zit).
- tussencelstof bestaat uit veel kalk en een beetje lijmstof
- kalk maakt je botten hard
- lijmstof zorgt ervoor dat het bot een beetje buigzaam is
- botten zijn sterk doordat beencellen en tussencelstof in ringen groeien

Kraakbeenweefsel
- bestaat uit groepjes kraakbeencellen met daartussen gelei-achtige tussencelstof)
- gelei-achtige tussencelstof bestaat uit veel lijmstof en heel weinig kalk
- kraakbeen is daardoor heel buigzaam
Beenweefsel en kraakbeenweefsel

Slide 9 - Slide

Beenweefsel
- Botten bestaan uit beenweefsel.
- In beenweefsel zitten veel kalkzouten en minder lijmstof.

- Beenweefsel liggen in kringen om elkaar rond nauwe kanaaltjes

Slide 10 - Slide

Ongeboren baby
- skelet van kraakbeen (na een poosje groeien beencellen in de botten)

Pasgeboren baby
- al veel beencellen in de botten
- in de pijpbeenderen groeien bloedvaten en een holte ontstaat vanbinnen.

Klein kind
- bijna al het kraakbeen vervangen voor beenweefsel
- laagje kraakbeencellen vlak onder de uiteinden van botten blijft over (groeischijf)

Puberteit
- botten groeien in de lengte vanuit de groeischijven
- tussen ong. je 15e en 20e jaar 'sluiten' je groeischijven (vervangen door gewone beencellen)

Ouder worden
- lijmstof verdwijnt geleidelijk en er komt steeds meer kalk
- botten van oude mensen bestaan voor het grootste gedeelte uit kalk (breken daardoor sneller).
Hoe verandert de samenstelling van je botten?

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)
zacht overleggen met degene die naast je zit mag

lezen: bladzijde 69, 70, 73 en 76
maken: opdracht 1 t/m 21 van 2.1

eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
20 minuten
lezen: paragraaf 2.2
maken: opdrachten van 2.2
timer
20:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide