Quiz Diep-C-Duiken


Ongeveer 80% van de mensen met acute pijn op de borst belt naar de eigen huisarts of huisartsenpost (HAP). Van deze mensen wordt bijna 69% gezien met een U1- of U2-urgentie.Hoeveel procent van de mensen die direct 112 bellen krijgt een ambulance toegestuurd?

A
Ongeveer 40%
B
Ongeveer 60%
C
Ongeveer 80%
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
TriageMBOStudiejaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Ongeveer 80% van de mensen met acute pijn op de borst belt naar de eigen huisarts of huisartsenpost (HAP). Van deze mensen wordt bijna 69% gezien met een U1- of U2-urgentie.Hoeveel procent van de mensen die direct 112 bellen krijgt een ambulance toegestuurd?

A
Ongeveer 40%
B
Ongeveer 60%
C
Ongeveer 80%

Slide 1 - Quiz

Het relatieve risico op een acuut coronair syndroom (ACS) bij patiënten die ’s nachts de HAP bellen is ongeveer 2 keer zo groot als op andere tijdstippen. Bij welk tijdstip ligt de piekincidentie?

A
0.00 tot 3.00 uur
B
2.00 tot 5.00 uur
C
5.00 tot 8.00 uur

Slide 2 - Quiz

 Mevrouw Longchamps, 68 jaar, belt om 6 uur ’s ochtends naar de huisartsenpost vanwege een hevige, beklemmende pijn op haar borst. De klachten zijn gistermiddag om 16.00 uur begonnen en zijn onveranderd aanwezig. De pijn straalt niet uit, ze is licht benauwd. Ook geeft ze aan zich misselijk en duizelig te voelen. Ze is bekend met hypertensie en hypercholesterolemie. Met welke urgentie dient mevrouw Longchamps beoordeeld te worden?

A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 3 - Quiz

 Vrouwen hebben na een myocardinfarct een slechtere prognose. Dat komt omdat artsen (en de vrouwen) de klachten bij een infarct minder snel herkennen. Vrouwen presenteren bepaalde klachten vaker dan mannen. Welke klachten horen daartoe?

A
Palpitaties – pijn in de nek – extreme vermoeidheid
B
Collapsneiging – pijn links op de thorax – overmatig zweten
C
Onrust – pijn in beide armen – jhoesten

Slide 4 - Quiz

 Een myocardinfarct verloopt niet altijd volgens het klassieke beeld. Maar liefst 30% van de mannen heeft bij een myocardinfarct geen drukkende pijn op de borst. Hoe hoog is dat percentage bij vrouwen?

A
30%
B
40%
C
50%

Slide 5 - Quiz

 Zowel bij vrouwen als bij mannen is obstructie van een coronair vat de meest voorkomende oorzaak van een myocardinfarct. Toch verloopt athero-sclerose anders bij vrouwen dan bij mannen. Welke pathologie is kenmerkend bij vrouwen met een infarct?

A
Grote vaten zijn vaker aangedaan, er is vaker onvolledige afsluiting van het vat.
B
 Grote vaten zijn vaker aangedaan, er is vaker totale afsluiting van het vat
C
Kleine vaten zijn vaker aangedaan, er is vaker onvolledige afsluiting van het vat.
D
Kleine vaten zijn vaker aangedaan, er is vaker totale afsluiting van het vat.

Slide 6 - Quiz

Mevrouw Gerards (45 jaar) komt bij de huisarts in verband met plotseling ontstane benauwdheidsklachten sinds een dag en pijn rechts op de borst bij diep zuchten. De voorgeschiedenis is blanco. De huisarts vindt bij lichamelijk onderzoek geen afwijkingen (hart, longen, kuiten). De huisarts overweegt een longembolie. Hij gebruikt de beslisregel longembolie en komt tot 0 punten. Wat is nu het correcte vervolgbeleid ten aanzien van een mogelijke longembolie?

A
Expectatief
B
D-dimeer bepalen
C
X-thorax laten maken.
D
Direct verwijzen naar de longarts

Slide 7 - Quiz

De heer Wessel, 48 jaar, heeft een verstandelijke beperking. Zijn begeleidster belt naar de praktijk. Zij is net bij de heer Wessel gekomen en vindt hem hevig kortademig. Hij is niet bekend met longklachten of hartklachten. De heer Wessel heeft ook een dik, rood been. De begeleidster weet niet hoe lang de klachten al bestaan. Met welke urgentie moet de heer Wessel gezien worden?

A
U1 Levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
Dat hangt ervan af of hij pijn heeft vastzittend aan de ademhaling.

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de symptomen van een shock?

Slide 9 - Open question

De heer Verdijk (57 jaar) komt bij de huisarts vanwege benauwdheidsklachten en een prikkelhoest sinds een dag. Doorzuchten geeft pijn rechts in de thorax. De ademfrequentie is 24/minuut, SaO2 94%. De pols is 120/min en temperatuur 37,3°C. Overig lichamelijk onderzoek (hart, longen, kuiten): geen afwijkingen. De kuiten zijn slank. De huisarts gebruikt de beslisregel longembolie om te bepalen of er een verhoogd risico is op een longembolie. Welk gegeven draagt bij aan verhoging van de risicoscore?

A
De hartfrequentie 120/minuut
B
De pijn bij doorzuchten
C
De SaO2 94%
D
Mannelijk geslacht

Slide 10 - Quiz