Ordening Samenvatting/Oefenen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Ordening

Ordening in RIJKEN

Organismen kun je indelen in 4 rijken:

- bacterien

- schimmels

- planten

- dieren

Celkern

Regelt alles wat er in een cel gebeurt.

Celwand

Is een laagje om de cel heen die zorgt voor stevigheid.

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.

Bij ordening verdeel je de organismen in

1. 4 rijken
2. 4 soorten
3. 4 afdelingen
4. 4 rassen

Wat is geen rijk bij het ordenen?

1. Bacteriën
2. Dieren
3. Mensen
4. Schimmels

Bij welk RIJK hoort dit organisme?

1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Geleedpotigen
4. Dieren

De cellen van een appelboom hebben een bladgroenkorrels en een celkern

1. Ja
2. Nee

Plant

Dier

Schimmel

Bacterie

bij het ordenen van dieren is het skelet een kenmerk.

1. waar
2. niet waar

Dieren hebben cellen

1. met een celwand en met een celkern
2. met een celkern en met bladgroenkorrels
3. zonder celwand en zonder celkern
4. zonder celwand en met celkern

Bacterien   

Voordelen
- Ruimen organische resten op (organisch??)
- Voedingsmiddelen maken
Nadelen
- Ziekteverwekkers.
- Laten eten bederven.

Bacterien

Bacterien komen overal voor, ook in en op je lichaam.

Ze bestaan uit 1 cel en planten zich voort door deling.

Onder gunstige omstandigheden delen zij zich elk half uur.

Bacterien ruimen dode resten van organismen op.

Daarnaast helpen zo ons bij de bereiding van voedsel: een voorbeeld daarvan is yoghurt.

Geef 2 voorbeelden dat bacteriën ook nuttig kunnen zijn

Schimmels

Schimmels planten zich voort door sporen.

Schimmels kunnen nuttig zijn: ze ruimen dode resten op, het zit in voedsel, bier, wijn en brood, sommige schimmels kun je eten. 

Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, denk aan zwemmerseczeem en ze bederven voedsel.

Welke schimmel kun je eten?

Voedselproductie door...

1. Bacteriën
2. Schimmels

Het plantenrijk verdelen we onder in:

2 stammen:

- Sporenplanten

- Zaadplanten

Planten

Zaadplanten hebben bloemen, planten zich voort door zaden

Sporenplanten hebben geen bloemen, planten zich voort door sporen. Varens en mossen zijn hier voorbeelden van.

Hebben alle planten bloemen?

1. Ja
2. Nee

Wat voor skelet heeft dit dier?

1. geen skelet
2. inwendig skelet
3. uitwendig skelet

Wat voor skelet heeft dit dier?

1. geen skelet
2. inwendig skelet
3. uitwendig skelet

Sleep het dier naar de juiste kolom

Uitwendig skelet

Inwendig skelet

Wat voor skelet heeft dit dier?

1. geen skelet
2. inwendig skelet
3. uitwendig skelet

Bij welke STAM van de dieren
hoort dit dier?

1. Sponzen
2. Eencelligen
3. Stekelhuidigen
4. Holtedieren

Dit dier
is GEWERVELD

1. Klopt
2. Klopt niet

Is dit dier
gewerveld?

1. Ja
2. Nee
3. Waaraan moet ik dat zien? (leg uit)

Celkern

Regelt alles wat er in een cel gebeurt.