Wie is Sinterklaas?

.
Wie is Sinterklaas?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Ieder jaar vieren we op 5 december het Sinterklaasfeest. Maar wie was Sinterklaas eigenlijk? Heeft hij echt bestaan? Dat zou goed kunnen. Sinterklaas komt van Sint Nicolaas. En dat was waarschijnlijk Nicolaas van Myra. Een bisschop uit Griekenland!

Items in this lesson

.
Wie is Sinterklaas?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Interview je schoudermaatje over Sinterklaas!
Iedereen in Nederland viert het Sinterklaasfeest op zijn eigen manier, sommige mensen vieren het zelfs helemaal niet. De hoogste tijd om meer te weten te komen over je klasgenoten.
Stel de volgende drie vragen aan je schoudermaatje.
1. Vier jij Sinterklaas? En zo ja, hoe vier je het?

2. Wat vind jij van het Sinterklaasfeest?

3. Wat is je lievelingsfeestdag in het jaar?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie

Na deze les:

  • weet ik of Sinterklaas echt bestaan heeft en wie Sint Nicolaas van Myra was.
  • weet ik waar verschillende dingen uit het Sinterklaasverhaal vandaan komen.
  • kan ik uitleggen hoe het Sinterklaasfeest door de jaren heen is veranderd.
Dit ga je leren
Woordenschat

Na deze les:

  • begrijp ik de belangrijke woorden die met Sinterklaas te maken hebben. 
Taal

Na de les:

  • kan ik een gedicht schrijven en voordragen over de herkomst van het Sinterklaasfeest.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Eigen leervragen
Wat wil jij weten over het Sinterklaas? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verdiepende tekst
Klik op de loep en daarna op de tekst om de tekst te vergroten.
Lees de tekst en arceer 
de woorden die je nog niet goed begrijpt. 

Arceer in ieder geval: 
  • de bisschop 
  • bekend
  • geliefd
  • heilige
  • katholiek
  • de mijter
  • de economie
  • de discussie
  • tot slaaf gemaakte mensen
  • de expert

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Sinterklaas
de bisschop
Het hoofd van de rooms-katholieke kerk in een bepaald gebied.
De bisschop draagt een mijter.
Woordenschat
de heilige
Iemand die door zijn of haar geloof een bijzondere plaats bij God inneemt.
Lang na zijn dood werd Nicolaas tot heilige verklaard door de kerk. 
de mijter
Een mijter is het traditionele hoofddeksel van bisschoppen in bepaalde kerken. 
Sinterklaas draagt een rode mijter

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje en het kruisje!
Sinterklaas heeft waarschijnlijk écht bestaan.

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

M
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
Waarom zetten we rond 5 december onze schoen?
A
Nicolaas was gek op schoenen.
B
In een oud verhaal deed Nicolaas geld in de schoenen van een meisje.
C
Je schoen zetten is een heilig gebaar in de katholieke kerk.
D
Door je schoen te zetten weet Nicolaas dat je iets wilt krijgen.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is
Door welk verhaal staat Nicolaas bekend als een 
echte kindervriend? 
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Bij welke gebeurtenis hoort het jaartal?
Sleep de juiste jaartallen!
270
340
1850
1300
Geboortedag Nicolaas.
Boek vol verhalen over Nicolaas.
Prentenboek van Jan Schenkman.
Sterfdag Nicolaas.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

M
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
Waarom vieren wij op 5 december het 
Sinterklaasfeest?
A
Dit is de avond voor de sterfdag van Nicolaas.
B
Dit is de verjaardag van Nicolaas.
C
Dit was zijn lievelingsdag.
D
Dit is de dag waarop hij als heilige werd benoemd.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Welke dingen over Sint Nicolaas zijn WAAR?
Slepen maar!
Huh? Kloppen die uitspraken wel?
Nicolaas is beschermheilige van de zeelui.
Nicolaas komt uit Spanje.
Piet was een oude vriend van Nicolaas.
Nicolaas stierf op 6 december.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Ook in het buitenland wordt het Sinterklaasfeest gevierd. In dit filmpje zie je hoe ze dat in Italië doen.

Slide 15 - Slide

Verwerkingsopdracht
Wat is
Waarom vieren mensen in het buitenland ook het
Sinterklaasfeest? Bespreek met je schoudermaatje en schrijf op.
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is
Stel, je ouders vragen wie Nicolaas van Myra was.
Welke drie dingen zou je over hem vertellen?
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Je hebt inmiddels een heleboel geleerd over Sinterklaas. Je gaat zo een gedicht schrijven en voordragen, net zoals veel mensen dit op Sinterklaasavond doen! Maar uhm, een gedicht schrijven en voordragen? Hoe pak je dat precies aan? Laten we het onderzoeken.

Slide 18 - Slide

Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Bekijk eerst een voorbeeld van een gedicht hiernaast. Bespreek daarna in je groepje:

  • Wat valt je op aan deze tekstvorm?
  • Wat is het doel van de schrijver, denk je?
  • Wat maakt deze tekstvorm anders dan andere teksten?
  • Waar moet een goed gedicht aan voldoen? Wat zijn succescriteria?
denken-delen-uitwisselen

Slide 19 - Slide

Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Bekijk het gedicht nog eens goed. 

Wie schrijft het gedicht?                                                   Wat wil de schrijver je vertellen?

Een gedicht roept vaak een emotie of gevoel op. De schrijver hoeft niet letterlijk op te schrijven wat hij bedoelt, maar toch begrijpen we het. 
Een gedicht wordt meestal vanuit een ik-perspectief geschreven. De ik-persoon vertelt in het gedicht wat hij of zij meemaakt. 
Hoe voelt de appel uit het gedicht zich, denk je? Waarom denk je dat?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

rijmschema's
Verwerkingsopdracht
Bekijk het gedicht nog eens goed. 

Zitten er rijmwoorden in het gedicht?







aabbcc
abab
Bron: gedachten-gedichten.nl
abba
Kleur in het gedicht de woorden die op elkaar rijmen in dezelfde kleur.
Als de laatste woorden uit de zinnen rijmen, spreken we van eindrijm. Herken je een rijmschema in het gedicht?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Schrijven maar!
Je hebt deze les veel geleerd over Sinterklaas, waar het feest vandaan komt en hoe we aan sommige tradities komen. Ga aan de hand daarvan aan de slag met het schrijven van je gedicht. Denk je aan de succescriteria die
jullie net hebben besproken?
  • Mijn gedicht
    roept een gevoel of emotie op.
  • Ik maak gebruik van een rijmschema (aabbcc, abba, abab).

timer
20:00

Slide 22 - Slide

Verwerkingsopdracht
En nu nog ... voordragen!
Nu je je gedicht hebt geschreven, kun je je gaan focussen op het voordragen van je gedicht. Bekijk het filmpje maar eens op de volgende slide. Wat valt je op aan de manier waarop Dagmar haar gedichten voordraagt? Wat maakt dat je er naar wilt blijven luisteren?

Slide 23 - Slide

Verwerkingsopdracht

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Presenteren maar!
Draag jouw gedicht voor aan je klasgenoten. Vraag minimaal twee klasgenoten om de checklist voor jou in te vullen. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Upof meer
Upload minimaal één foto en maximaal vijf foto's van jouw gedicht.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
  • Welke vragen zijn al beantwoord? Verplaats deze naar de weetmuur. 
  • Op welke vragen hoop je nog antwoord te krijgen? 
  • Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen in je opgekomen?

Slide 27 - Slide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
Wereldoriëntatie

  • Ik weet of Sinterklaas echt bestaan heeft en wie Sint Nicolaas van Myra was.
  • Ik weet waar verschillende dingen uit het Sinterklaasverhaal vandaan komen.
  • Ik kan uitleggen hoe het Sinterklaasfeest door de jaren heen is veranderd.
Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ...
Woordenschat

  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met Sinterklaas te maken hebben. 
Taal


  • Ik kan een gedicht schrijven en voordragen over de herkomst van het Sinterklaasfeest.

Slide 28 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Tot de volgende keer!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions