3.1 chemie in cellen

assemble = in elkaar zetten

dismember = in stukken 
snijden
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

assemble = in elkaar zetten

dismember = in stukken 
snijden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stofwisseling
waar denk jij aan?
wat gaan we leren?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

3.1 chemie in cellen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Anorganische stoffen
Organische stoffen
Andere organische stoffen
Dissimilatie
Assimilatie
Voortgezette assimilatie

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Energie rijke organische stoffen worden afgebroken:
Energie rijke organische stoffen worden opgebouwd:
Dissimilatie
Assimilatie

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

3  Bepaal of de stoffen organisch of anorganisch zijn:
timer
1:00
Anorganisch

Organisch
Eiwit
Ureum
NaCl
Glucose
DNA
Koolstof mono-oxide

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn de kenmerken van (an) organische stoffen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

duizenden chemische 
reacties ...

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

METABOLISME = 
alle  chemische reacties in een organisme  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Metabolisme wordt geregeld door enzymen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Elke stap in de metabole route vereist zijn eigen enzym!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Enzymen zijn eiwitten met een specifieke vorm.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Biologische wasmiddelen bevatten enzymen.

Leg uit waarom bij het gebruik van deze wasmiddelen de temperatuur niet te hoog mag zijn.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

metabolisme wordt ingedeeld in twee typen reacties: 

assimilatie (anabool)                 dissimilatie (katabool)              
* opbouw                                       * afbraak       
* kost E                                            * levert E

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

assimilatie + dissimilatie
fotosynthese
verbranding
nog groter organisch molecuul
voortgezette assimilatie

Slide 17 - Slide

tijdens de verbranding (cellulaire respiratie) wordt het 'geld' gedrukt wat de cellulaire economie drijft: ATP
de vorming van ATP
functie ATP: energiedrager

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

organisch en anorganisch
* groot
* bevat C, H, O
* ontstaan uit assimilatie
* klein

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een voorbeeld van stofwisseling is...
A
Afbreken van moleculen
B
Naar het toilet gaan
C
Assimilatie
D
Stofzuigen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Eiwit is een voorbeeld van een...
A
organische stof
B
anorganische stof

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Zuurstof is een voorbeeld van een...
A
organische stof
B
anorganische stof

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Koolstofdioxide...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Glucose...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Zet de volgende begrippen op volgorde van klein naar groot:
zetmeel, moleculen, atomen, glucose.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Wat is de dierlijke variant van zetmeel?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Is er hier sprake van assimilatie of dissimilatie?
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is dissimilatie?
A
Verbranding
B
Fotosynthese
C
Opbouwen van stoffen
D
A en C zijn juist, B is onjuist

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Bij dissimilatie...
A
is energie nodig
B
komt energie vrij

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

assimilatie is:
A
Het omzetten van stoffen.
B
Het afbreken van stoffen.
C
Het omzetten van stoffen waarbij anorganische stoffen worden gemaakt
D
Het opbouwen van stoffen waarbij energierijke organische stoffen worden gemaakt.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke van deze stoffen is anorganisch?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
mineralen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Maak
Opdracht 2, 3, 4, 5, 7, 9

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Test jezelf
online malmberg methode

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions