2.2 een etentje thuis

2.2 Een etentje thuis
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.2 Een etentje thuis

Slide 1 - Slide

Terugblik


Wat hebben we de vorige les behandeld? 

Slide 2 - Slide

  • Behoefte: 
  • Alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben

  • Consumeren: 
  • in je behoeften voorzien

  • Consumeren door:
  1. iets kopen
  2. zelfvoorziening
Behoeften en consumeren

Slide 3 - Slide

Produceren
  • Produceren = het maken van goederen en het leveren van diensten. 

Slide 4 - Slide

Consumenten kiezen uit behoeftes door:

Schaarste in middelen:

Schaarste in tijd:

Slide 5 - Slide

2.2 Een etentje thuis

Slide 6 - Slide

Er zijn twee soorten van produceren.

  • Onbetaalde productie. Dat is iets
     doen of maken zonder betaald te
     worden.
  • Voorbeelden: Eten koken, de was
     doen, kinderen verzorgen en de
     fiets zelf repareren.



Onbetaald produceren

Slide 7 - Slide

Er zijn twee soorten van produceren. De andere is:

  • Betaald produceren. Dat is iets
     doen of maken tegen betaling.
  • Voorbeelden: Werken als schilder,
      bakker, kok, etc.



Betaald produceren

Slide 8 - Slide

Om te produceren hebben we hulpmiddelen nodig.

  • Gereedschap: Om te schilderen hebben
      we kwasten nodig.
  • Arbeid: Iemand moet de handeling van het
      verven doen.
  • Natuur: Om onbetaalde productie te doen
     is vaak ook een stukje natuur nodig,
     bijvoorbeeld water om kwasten schoon te
     maken of zonlicht om het te laten drogen.


Wat is er nodig om te produceren?

Slide 9 - Slide



Productie uitbesteden

  • Je moet ervoor betalen.
  • Je hebt er vaak geen zin in.
  • Je hebt er geen tijd voor.
  • Je kan het zelf niet.


Productie thuis
  • Het is (vaak) gratis.
  • Het is makkelijk.
  • Je hebt wel tijd/zin om het
      te doen.
Consumenten kunnen kiezen!

Slide 10 - Slide

Je hebt een lekke band. Je kan dit zelf en koopt voor € 15,- een nieuwe band. Als je het niet zelf kan ga je naar de fietsenmaker en betaal je
€ 17,50 voor de band en € 7,50 voor de reparatie. Wat is de waarde van de productie thuis?

  • Waarde productie thuis = Kosten van productie door een bedrijf - Kosten van zelf produceren
  • (€ 17,50 + € 7,50) - € 15,00 = € 10,- besparing
Waarde productie thuis

Slide 11 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken paragraaf 2.2. opgave 6, 7, 8, 9, 12, 13.

Huiswerk

Slide 12 - Slide