4.1 Waarnemen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Goeiemorgen M3

Ga vast zitten en pak je spullen

vandaag

korte nabespreking SO

paragraaf 4.1 Waarnemen

Wat is de drempelwaarde voor Tommy? (om de smaak te proeven?)

1. 0,01 gram/L
2. 0,02 gram/L
3. 0,1 gram/L
4. 0,2 gram/L

Planning

Uitleg 4.1

aan de slag

Waarnemen & prikkels

Leerdoelen:

• Je kunt het verschil uitleggen tussen een inwendige en een uitwendige prikkel
• Je kent 8 verschillende zintuigen met bijbehorende adequate prikkels + de organen waarin je de zintuigen kunt vinden.
  
• Je weet wat biologen bedoelen met het begrip "impuls".
• wat biologen bedoelen met het begrip "drempelwaarde".

Lezen 4.1

Lees paragraaf 4.1 in je leerboek.

Schrijf in een schrift over welke begrippen je hebt gelezen.

Zoek woorden die je niet kent op in een woordenboek!

Je krijgt later een opdracht!

Prikkels

2 soorten prikkels

Inwendige prikkel

-> Buiten je lichaam

Uitwendige prikkel

-> Binnen je lichaam

Wat is een uitwendige prikkel?

1. Honger
2. Licht
3. Dorst
4. Pijn

Wat is een inwendige prikkel?

1. Geur
2. Temperatuur
3. Pijn
4. Geluid

 8 verschillende zintuigen met bijbehorende adequate prikkels + de organen waarin je de zintuigen kunt vinden

Impulsen

Wat is een impuls?

-> Zwakke elektrische stroompjes

Via zenuwen naar de hersenen 

Wanneer geeft je zintuig een prikkel door?

3 belangrijke punten:

1. Drempelwaarde (hoeveelheid nodig om te reageren)

2. Gewenning (hoelang/hoe vaak is de prikkel aanwezig)

3. Motivatie (Hoe graag wil je de prikkel ontvangen)

Het zenuwstelsel

Bestaat uit 3 onderdelen:

1. Hersenen (controle centrum)

2. Ruggenmerg (snelweg)

3. Zenuwen (zijweggetjes)

de weg van een prikkel

Aan de slag

Maak het schema van zintuigen, adequate prikkels + organen compleet!

Post straks een foto van je opdracht in de fotovraag! 

Post hier de foto van je opdracht!

Wat is de juiste volgorde van de prikkels?

1

2

3

4

5

Je bent je bewust van de lekkere geur

Je pakt het lekkere eten op en neemt een hap

reukzintuig stuurt via je zenuw een prikkel naar de hersenen

Je ruikt lekker eten

Een impuls gaat naar je arm toe

Wat heb je geleerd deze les?