8.4 Met elkaar omgaan

Tien procent van de kinderen wordt gepest. Dat zijn zo’n twee of drie kinderen per klas. Daardoor voelen veel kinderen zich ongelukkig of onveilig.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tien procent van de kinderen wordt gepest. Dat zijn zo’n twee of drie kinderen per klas. Daardoor voelen veel kinderen zich ongelukkig of onveilig.

Slide 1 - Slide

8.4 Met elkaar omgaan

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen
5 minuten herhaling
15 minuten uitleg
15 min HW maken 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
8.4.9 Je kunt uitleggen wat pesten is.
8.4.10 Je kunt uitleggen waardoor iemand zich onveilig kan voelen en je kunt enkele voorbeelden geven van hoe jouw school je hierbij kan helpen.

Slide 4 - Slide

Wat is asociaal gedrag?
Hoort pesten hierbij?

Slide 5 - Slide

Asociaal gedrag 
  • Als je iets doet waarbij je geen rekening houdt met anderen, noem je dat asociaal gedrag.

Slide 6 - Slide

Plagen en pesten
Plagen: een grapje maken over iemand maar diegene vindt het ook grappig

Pesten: een grapje maken over iemand maar diegene vindt het NIET grappig


Stel jezelf daarom altijd deze vraag voordat je iets over iemand anders zegt: ‘Zou ik willen dat iemand dit over mij zegt?’

Slide 7 - Slide

Meelopen
Wat is meelopen?
Groepsgedrag betekent dat mensen zich in een groep anders gedragen dan ze in hun eentje zouden doen. 

Positief groepsgedrag:
Wanneer je als klas ‘nee’ zegt tegen pesten, zal er niet meer zo veel worden gepest. Dan is de groep veel leuker.

Slide 8 - Slide

Cyberpesten

Slide 9 - Slide

Wat moet je doen bij cyberpesten?
Reageer niet op de pester 
Blokker de pester 
Sla alle berichten op zodat ze later als bewijs gebruikt kunnen worden


Je kunt de eigenaar van een site e-mailen als er berichtjes of filmpjes op zijn site staan. Je kunt ze dan vragen om alles te verwijderen.

Slide 10 - Slide

Veiligheid op school
Het is belangrijk dat iedereen zich veilig voelt een geen onveilig gevoel krijgen

Als je wel ergens mee zit kun je het beste praten met iemand
zoals: je mentor, een docent of een andere vertrouwenspersoon (GGD)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

8.4 Wat ga je doen
Maak opdr 1 tm 7, 4 niet

Slide 13 - Slide