This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat is maatschappijleer
1.2 Met wie ben je verbonden?
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van de les weet je welke soorten bindingen er zijn en kun je uitleggen wat die bindingen zijn.
Je kent het begrip sociale cohesie en waarom dat belangrijk is.
Je kent het begrip polarisatie en kunt hiervan voorbeelden geven.
Slide 2 - Slide
Soorten bindingen
economische binding
kennisbinding
gevoelsbinding
politieke binding
Slide 3 - Slide
economische binding
Om in je levensonderhoud te voorzien heb je veel economische bindingen:
je ouders --> zakgeld en/of kleedgeld, eten, onderdak
bijbaantje --> je krijgt loon
mensen die jouw voedsel, spullen en kleding maken
Slide 4 - Slide
kennisbinding
Hebben te maken met alle mensen die jou iets leren. Dat zijn dus veel verschillende mensen. Dat zijn docenten, je trainers, je vriendengroep, je familie of mensen die je volgt op sociale media.
Slide 5 - Slide
gevoelsbinding
Je bent emotioneel verbonden met mensen waarvan je houdt, dus je familie, vrienden en vriend(in). Je hebt namelijk vriendschap, steun en liefde nodig om je gelukkig te voelen. Staan die onder druk, dan kun je je ongelukkig voelen.
Slide 6 - Slide
politieke binding
De overheid zorgt voor dingen die wij zelf niet kunnen regelen zoals gezondheidszorg, onderwijs, verkeersveiligheid. Maar zij moeten ons ook beschermen tegen terrorisme en oorlog. Wij kiezen de politici die de belangrijkste besluiten nemen.
Slide 7 - Slide
sociale cohesie
Als de bindingen tussen mensen sterk zijn en mensen het gevoel hebben dat zij bij elkaar horen noem je dat sociale cohesie
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Welke binding heb je met mnr. Goeting?
A
Economische binding
B
Kennisbinding
C
Gevoelsbinding
D
Politieke binding
Slide 10 - Quiz
Welke binding heb je met je beste vriend?
A
Economische binding
B
Kennisbinding
C
Gevoelsbinding
D
Politieke binding
Slide 11 - Quiz
Welke binding heb je met de cassiére?
A
Economische binding
B
Kennisbinding
C
Gevoelsbinding
D
Politieke binding
Slide 12 - Quiz
Noem iets wat sociale cohesie versterkt (een WIJ-gevoel):
Slide 13 - Open question
Noem iets ( bijvoorbeeld uit het nieuws) wat Polarisatie versterkt:
Slide 14 - Open question
Een wij-gevoel zal snel ontstaan als er sprake is van.....?
A
Groepsidentificatie
B
Polarisatie
C
Welvaart
D
Kennis
Slide 15 - Quiz
Welke stelling is juist? Polarisatie:
A
vindt altijd plaats tussen groepen die uit verschillende culturen afkomstig zijn
B
vond twintig jaar geleden nog niet plaats
C
vindt vooral plaats binnen jongerenculturen
D
kan plaatsvinden wanneer een duidelijke wij-groep en zij-groep is
Slide 16 - Quiz
Leg uit hoe polarisatie te herkennen is in Amerika rondom het politiegeweld.
timer
2:00
Slide 17 - Open question
Begrijp je alle genoemde begrippen? Zo nee, welke niet?