This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Leerdoel
Aan het eind van de les weet je welke soorten bindingen er zijn.
Je kent het begrip sociale cohesie en polarisatie.
Slide 1 - Slide
Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg par 1.2
- samen inoefenen
- zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
terugblik
Slide 3 - Slide
begrippen vorige les
-maak een kloppende zin met de begrippen sociale omgeving, gezin en maatschappij.
Slide 4 - Slide
kun jij een wet bedenken die vroeger nog niet bestond?
of andersom? een wet die vroeger bestond, maar nu niet meer?
Slide 5 - Slide
huiswerk
we kijken samen opdracht 3 na.
Slide 6 - Slide
Soorten bindingen
economische binding
kennisbinding
gevoelsbinding
politieke binding
Slide 7 - Slide
economische binding
Om in je levensonderhoud te voorzien heb je veel economische bindingen:
je ouders --> zakgeld en/of kleedgeld, eten, onderdak
bijbaantje --> je krijgt loon
mensen die jouw voedsel, spullen en kleding maken
Slide 8 - Slide
kennisbinding
Hebben te maken met alle mensen die jou iets leren. Dat zijn dus veel verschillende mensen. Dat zijn docenten, je trainers, je vriendengroep, je familie of mensen die je volgt op sociale media.
Slide 9 - Slide
gevoelsbinding
Je bent emotioneel verbonden met mensen waarvan je houdt, dus je familie, vrienden en vriend(in). Je hebt namelijk vriendschap, steun en liefde nodig om je gelukkig te voelen. Staan die onder druk, dan kun je je ongelukkig voelen.
Slide 10 - Slide
politieke binding
De overheid zorgt voor dingen die wij zelf niet kunnen regelen zoals gezondheidszorg, onderwijs, verkeersveiligheid. Maar zij moeten ons ook beschermen tegen terrorisme en oorlog. Wij kiezen de politici die de belangrijkste besluiten nemen.
Slide 11 - Slide
sociale cohesie
Als de bindingen tussen mensen sterk zijn en mensen het gevoel hebben dat zij bij elkaar horen noem je dat sociale cohesie
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Welke stelling is juist? Polarisatie:
A
vindt altijd plaats tussen groepen die uit verschillende culturen afkomstig zijn
B
vond twintig jaar geleden nog niet plaats
C
vindt vooral plaats binnen jongerenculturen
D
kan plaatsvinden wanneer een duidelijke wij-groep en zij-groep is
Slide 14 - Quiz
Noem een voorbeeld van polarisatie binnen onze maatschappij.
timer
2:00
Slide 15 - Open question
samen inoefenen
we maken samen opdracht 1
zelfstandig maak je opdracht 3 t/m 8
Dit is ook het huiswerk
Slide 16 - Slide
evaluatie
Welke verbindingen heb jij met je ouders/verzorgers, leg uit.