Spelling 2havo

Spelling H1
Je weet hoe je hoofdletters en leestekens moet gebruiken.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling H1
Je weet hoe je hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 1 - Slide

programma
  1. theorie bespreken 
  2. aan de slag
  3. afsluiter

Slide 2 - Slide

Wanneer moet je een komma gebruiken?

Slide 3 - Open question

De komma:
  1. tussen twee pv's
  2. in een opsomming, voor een voorbeeld of toelichting
  3. voor een voegwoord of signaalwoord
  4. voor een bijzin
  5. tussen bijvoeglijke naamwoorden
  6. bij woordjes als: toch, ja, hoor of bij een naam als je iemand aanspreekt

Slide 4 - Slide

1.
Tussen twee persoonsvormen: 
- Wanneer het eindelijk lente wordt, kijkt iedereen een stuk vrolijker.

Slide 5 - Slide

2.
Bij een opsomming, voor een voorbeeld of toelichting:
- Talami verkoopt heerlijk, zelfgemaakt ijs en allelei smaken: citroen, pitche, stroopwafel en smurf.

Slide 6 - Slide

3.
Voor een voegwoord of een signaalwoord:

- Ik wilde een ijsje kopen, maar ik was mijn pinpas vergeten.

Slide 7 - Slide

4.
Voor een bijzin:
- Als ik mijn pinpas had meegenomen, had ik een ijsje kunnen kopen.

Slide 8 - Slide

5
Tussen bijvoeglijke naamwoorden:
- Talami verkoopt heerlijk, zelfgemaakt ijs en allelei smaken: citroen, pitche, stroopwafel en smurf.

Slide 9 - Slide

6.
Bij woordjes als: toch, ja, hoor of bij een naam als je iemand aanspreekt.
- Ja, dat zal ik doen. Jan, schiet eens op.
Dat vind ik niet leuk, hoor. Hé, hou daar eens mee op!

Slide 10 - Slide

blz. 114
Hoofdletters en leestekens.

Lees even mee in het boek.

Slide 11 - Slide

aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 4 - blz. 115

Slide 12 - Slide

afsluiter
Welke fouten zie je in de volgende tekst?

janneke gaat morgen naar amsterdam ze wil met de bus gaan toch

Slide 13 - Slide