3. Verteloefening: Wat is jouw verhaal?
1. Publiek geeft 3 willekeurige woorden als inspiratie voor het verhaal.
2. Verteller: Kies een persoonlijk, echt verhaal (geen verzonnen details).
Focus op zintuigen en emoties: wat zag, hoorde en voelde je?
3. Vertellen: Vertel met kleine, herkenbare details. Probeer niet origineel of grappig te zijn; wees oprecht.
4. Luisteren: Groep luistert aandachtig en noteert wat hen raakt.
5. Feedback: Deel wat het meeste indruk maakte en waarom.
6. Herhaal: Wissel van verteller, zodat meerdere aan bod komen.