Een beknopte geschiedenis van Doetinchem

Een beknopte geschiedenis van Doetinchem
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er op het gebied van de huidige stad Doetinchem al meer dan 11.000 jaar mensen leven. Bij opgravingen zijn schedels, aardewerkscherven en vuurstenen pijlpunten uit de prehistorie gevonden. Bij de bouw van de wijk Overstegen zijn er verschillende vuurstenen pijlpunten gevonden. Andere archeologische vondsten zijn twee bronzen voorwerpen; een bronzen beiteltje (uit de vroege- of late bronstijd, gevonden bij de Wrange) en een bronzen kokerbijl (uit de late bronstijd, gevonden langs de Ouden IJssel).
Uit andere opgravingen is gebleken dat ten tijde van het Romeinse Rijk in ieder geval sprake is geweest van permanente bewoning. Zo zijn er bijvoorbeeld Romeinse munten gevonden. Na de Romeinse tijd zijn deze bewoners echter weer weg getrokken. En werd de regio pas in de Karolingische tijd weer bewoond. Het vermoeden is dat de stad is gesticht tussen 796 en 838.

1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Een beknopte geschiedenis van Doetinchem
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er op het gebied van de huidige stad Doetinchem al meer dan 11.000 jaar mensen leven. Bij opgravingen zijn schedels, aardewerkscherven en vuurstenen pijlpunten uit de prehistorie gevonden. Bij de bouw van de wijk Overstegen zijn er verschillende vuurstenen pijlpunten gevonden. Andere archeologische vondsten zijn twee bronzen voorwerpen; een bronzen beiteltje (uit de vroege- of late bronstijd, gevonden bij de Wrange) en een bronzen kokerbijl (uit de late bronstijd, gevonden langs de Ouden IJssel).
Uit andere opgravingen is gebleken dat ten tijde van het Romeinse Rijk in ieder geval sprake is geweest van permanente bewoning. Zo zijn er bijvoorbeeld Romeinse munten gevonden. Na de Romeinse tijd zijn deze bewoners echter weer weg getrokken. En werd de regio pas in de Karolingische tijd weer bewoond. Het vermoeden is dat de stad is gesticht tussen 796 en 838.

Slide 1 - Slide

Eerste geschreven bron: 838
De naam "Villa Duetinghem" komt het eerst op papier voor in een historisch document uit 838. We weten dus zeker dat hiet 1200 jaar geleden al mensen woonden. 
Een villa was een nederzetting met als centrum een grote boerderij met kleinere bijgebouwen en hutwoningen. In Duetinghem hoorde daar ook nog een kerkje bij, dat onder verantwoordelijkheid van de bisschop van Utrecht stond. 

Slide 2 - Slide

Stadsmuur en stadspoorten
Doetinchem kreeg rond 1100 toestemming om een stadsmuur te bouwen. In 1236 kreeg Doetinchem stadsrechten van graaf Otto II van Gelre van Zutphen; ook werd in dat jaar de stadsmuur met een meter verhoogd.In deze muur zaten vier openingen die later vervangen werden door poorten: de Gruitpoort, de Hamburgerpoort, de Waterpoort en de Heezenpoort. 
Om de stadsmuur lag een gracht met daaromheen een wal en een buitengracht. Op het bewaarde deel van de wal staat de Walmolen. 

Slide 3 - Slide

Kaart van Doetinchem, 16e eeuw
Waterpoort
Heezenpoort
Hamburgerpoort
Gruitpoort

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Heezenpoort

Slide 7 - Slide

Aan het eind van de Heezenstraat stond de Heezenpoort. Door deze poort werden de ter dood veroordeelde misdadigers naar de galg gebracht. De galg stond ongeveer op de hoek van de huidige Van Nispenstraat met de huidige Dr. Huber Noodtstraat.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Gruitpoort 1863

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

stadsbrand Doetinchem 1527
Doetinchem werd aan het eind van de Middeleeuwen regelmatig getroffen door branden. Bij de grootste brand, veroorzaakt door een bakker die vlas in zijn oven wilde drogen, is bijna de hele binnenstad, inclusief het stadsarchief, de Catharinakerk en het raadhuis, in vlammen opgegaan. Bij deze brand gingen ook de stedelijke privilegebrieven, en zilveren schenkkannen verloren.

Om het herstel te bevorderen kwam Hertog Karel van Gelre de bewoners tegemoet door de bewoners van de getroffen huizen een jaar lang geen rente te laten betalen, en de komende elf jaar slechts de helft. Samen met zijn gemalin en de stad Zutphen schonk hij nieuwe glasramen voor in het herstelde Raadhuis. In een document vlak na de brand stond:
"Anno duesent vifhondert soven und twintich up den goede fridagh voir Paschen ometrindtt twelff ure tho vurmiddage vorbrande die stadt van Doetinchem so jammerlick mit kerck und idt gantzemestendell."

Slide 14 - Slide

Tachtigjarige Oorlog

Doetinchem had niet voor niets zulke uitgebreide verdedigingswerken. De stad werd regelmatig belegerd. Helaas ook meestal veroverd, want er waren niet voldoende soldaten o de muur te verdedigen. Tijdens de Opstand is Doetinchem twaalf keer belegerd en bezet geweest. 

Slide 15 - Slide

Tachtigjarige Oorlog
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is Doetinchem belegerd en bezet geweest door Spaanse, Kleefse, Bergse, Franse, Münsterse, Bourgondische en Staatse troepen. In 1572 is de stad zelfs meerdere keren achter elkaar ingenomen, eerst voor de Staatsen, toen weer voor Spanje. Willem van Oranje heroverde de stad voor de Staatsen, Don Frederik nam op 26 oktober de stad weer in voor Spanje tot halverwege 1579.  In 1599 kwam de stad voorgoed in Staatse handen. 
De stad heeft hierdoor flink geleden, en hield zich daarna neutraal. Dit betekende dat ze en contributie aan Spanje én de Republiek moest betalen. Ook de verdedigingswerken (stadsmuur en -poorten) werden niet meer onderhouden, waardoor de stad gemakkelijk te veroveren was.  In 1672 is de stadsmuur grotendeels afgebroken.

Slide 16 - Slide

Doetinchem moest - net als veel andere steden in het oosten - als grensstad functioneren en mocht niet uitbreiden. Pas in de 19e eeuw verviel de wettelijke bepaling die uitbreiding onmogelijk maakte.






Doetinchem werd belangrijk als handelsplaats voor boeren die hun koopwaar op de plaatselijke markt kwamen verkopen. Deze markt werd gehouden op het Simonsplein en tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef deze bestaan.

Slide 17 - Slide

Napoleon, Franse Tijd 
In de Franse tijd werd Doetinchem bezet door de Fransen. De Doetinchemse handel met de rest van het land kreeg een kleine opleving door het invoeren van het continentaal stelsel. De bevolking bereikte een omvang van ongeveer 1.600 mensen die vooral in de landbouw werkten. Er werden scholen gesticht. In 1802 waren er verkiezingen voor het stadsbestuur waarbij de rijken mochten stemmen.
 In deze tijd werd Doetinchem ook getroffen door verschillende overstromingen. Koning Lodewijk Napoleon kwam de stad met persoonlijke hulp tegemoet toen de brug over de Oude IJssel werd weggevaagd.

Slide 18 - Slide

De Doetinchemse marineofficier en burgemeester Carel Hendrik Ver Huell werkte in de Franse tijd als admiraal voor Napoleon en speelde een rol bij de benoeming van Lodewijk Napoleon als koning van Nederland. 

Slide 19 - Slide

Tot WO II

Slide 20 - Slide

Na de Franse tijd bloeide de Doetinchem economie. In de tweede helft van de 19e eeuw verdwenen de stadspoorten en werd een groot deel van de stadswal weggehaald. In het begin van de 20e eeuw had de stad te lijden onder een afnemende groei en bloei. Doetinchem was in die periode verdeeld in de gemeenten Stad- en Ambt-Doetinchem. Ambt Doetinchem bestond uit landbouwgebieden.




Slide 21 - Slide


In 1881 kwam de stoomtram in Doetinchem. (Arnhem - Dieren - Doetinchem - Terborg - Anholt.) In 1907 kwam een tramdienst vanuit Zutphen (later verlengd naar Deventer) via Doetinchem en 's-Heerenberg naar Emmerik. Begin jaren 50 van de 20e eeuw zijn de tramlijnen verdwenen en vervangen door transport over de weg.

In 1885 werd Doetinchem aangesloten op het spoorwegnet. (Winterswijk - Doetinchem - Zevenaar en Doetinchem - Hengelo/Enschede.) 

In 1935 werd een nieuwe katholieke kerk (Onze lieve Vrouwekerk) gebouwd aan het Pasplein. Ook werd de brug over de Oude IJssel vernieuwd.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Joden in Doetinchem
De kleine Joodse gemeenschap bouwde in 1878 een synagoge aan de Waterstraat. Er was daarvoor al een Joodse begraafplaats op de IJkenberg. In de jaren 1930 kwamen achttien Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk in Doetinchem wonen.

In november 1940 werden joodse leraren van het gemeentelijk lyceum ontslagen. Leerlingen uit de hoogste klassen staakten uit protest daartegen. In september 1941 werden alle Joodse leerlingen van de scholen gestuurd. Drieëndertig leerlingen kregen toen tot februari 1943 les op een nieuw opgerichte Joodse school.

 In totaal zijn 124 Doetinchemse joden gedeporteerd. Hiervan overleefde niemand de ontberingen in de Duitse kampen. De enige overlevenden waren de ongeveer 56 ongedokenen. De  bij een bombardement vernielde synagoge werd niet herbouwd omdat het aantal Doetinchemse joden te klein was geworden. 


Slide 27 - Slide



Monument uit 2007 ter herinnering aan de verdwenen Joodse gemeenschap.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video