V4 - Argumenteren - Drogredenen

Drogredenen
Argumenteren - 4 vwo
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Drogredenen
Argumenteren - 4 vwo

Slide 1 - Slide

Geef minimaal 3 verschillende soorten argumenten (argumentatieschema's).

Slide 2 - Open question

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Slide 3 - Slide

We gaan weer naar hotel Bethlehem in Maastricht. De vorige keer was het daar ook goed.
A
Autoriteit
B
Vergelijking
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 4 - Quiz

Je moet handschoenen gebruiken als je een anti-kalkmiddel gebruikt bij het schoonmaken. Deze middelen zijn heel slecht voor je nagels en kunnen ze zelfs oplossen.
A
Voordelen-nadelen
B
Voorbeeld
C
Kenmerk-eigenschap
D
Vergelijking

Slide 5 - Quiz

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 6 - Quiz

Onjuiste argumenten
  • In veel argumentaties worden weleens fouten gemaakt (bedoeld en onbedoeld) = drogredenen.
  • Als je drogredenen leert herkennen, maak je zelf minder fouten in je argumentatie en zie je eerder de zwakke punten in andermans argumentatie.
  • Twee groepen: overtreden van een argumentatieschema en overtreden van een discussieregel.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Overtreden van een argumentatieschema
onjuist beroep op...
  • het oorzaak-gevolgschema
  • het kenmerk- of eigenschapsschema
  • het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen
  • het voor- en nadelenschema: vals dilemma
  • het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
  • het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
  • het autoriteitsschema 

Slide 9 - Slide

Overtreden van een discussieregel
  • persoonlijke aanval
  • ontduiken van de bewijslast
  • vertekenen van het standpunt
  • bespelen van het publiek
  • cirkelredenering 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Welke drogreden werd door Prem gebruikt?
A
Verkeerde vergelijking
B
Bespelen van het publiek
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuist beroep op autoriteit

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Welke drogreden gebruikt Gordon hier, naast de persoonlijke aanval?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Welke drogreden gebruikt Arjen Lubach hier?
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Overhaaste generalisatie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welke drogreden gebruikt Louis van Gaal hier?
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Cirkelredenering

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering

Slide 20 - Quiz

En nu....
* Ga je naar §4 Drogredenen,
* Maak je opdracht 2 tot en met 5.

Slide 21 - Slide