H2 deel 2 havo 3 2021

      Chapitre 2
Hors de prix
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

      Chapitre 2
Hors de prix

Slide 1 - Slide

Planning
Volgende week: * 1e les oefentoets
                                  * 2e les so van hoofdstuk 2: Leren E t/m J

In het so zit grammatica, voc. en het beschrijven van voorwerpen.

Slide 2 - Slide

Résumé
L'argent: À prix réduit!
Alsace
L'argent de poche
le pronom personnel (lijdend vw)
décrire un object / couleur
le passé composé


Slide 3 - Slide

Est-ce que tu as des lunettes de soleil?
Antwoord in het Frans met een hele zin.

Slide 4 - Mind map

Vertaal de volgende zin in het Frans: De zonnebril is rond en van plastic.

Slide 5 - Open question

Nomme quelques formes en français!

Slide 6 - Mind map

Quel matériau tu connais en français!

Slide 7 - Mind map

Parler français
Hoe vraag je:
* Goedendag, kan ik u helpen?      
* Een zonnebril van welk merk?       * Kunt u hem beschrijven?

Hoe zeg je:
* Ik heb een zonnebril gezien in een folder.
* Van Ray Ban
* Hij is groot en zwart en hij is van metaal.

Slide 8 - Slide

Bonjour, je peux vous aider?
Je cherche un cadeau pour un ami.
J'ai vu des lunettes de soleil dans un dépliant.

Slide 9 - Slide

Des lunettes de soleil de quelle marque?
De la marque Ray-Ban!

Slide 10 - Slide

Pourriez-vous les décrire?
Elles sont grandes et grises et elles sont en métal!

Slide 11 - Slide

Vous avez déjà regardé au rayon des accessoires?
Oui, mais je n'ai pas pu trouver les lunettes! 

Slide 12 - Slide

Attendez, s'il vous plaît. Ce sont ces lunettes de soleil?
Oui, je les prends! 

Slide 13 - Slide

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de présent.

Slide 14 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de passé composé

Slide 15 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de imparfait.

Slide 16 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de futur simple.

Slide 17 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de passé composé

Slide 18 - Mind map

Wat is de voltooid verleden tijd?
Geef eens voorbeelden?

Slide 19 - Mind map

Vervoeg het werkwoord avoir in het Frans

Slide 20 - Mind map

Vervoeg het werkwoord être in het Frans

Slide 21 - Mind map

Le passé composé
Wat is een passé composé?
Uit welke twee delen bestaat de passé composé?
Hoe maak je een voltooid deelwoord bij een werkwoord op -er?
Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord "faire"?


Slide 22 - Slide

Le passé composé
Welk hulpwerkwoord moet ik kiezen: avoir of être?
Hetzelfde als in het Nederlands? 

Par exemple: J'ai fait mes devoirs
                      Marc est allé au camping

Uitzonderingen: être (zijn), oublier (vergeten) en commencer (beginnen)
Par exemple: J'ai été à l'hôtel

Slide 23 - Slide

Le passé composé
Hww: être
Je suis allé          Je suis allée
Tu es allé              Tu es allée
On est allé            On est allée
On est allés          On est allées
Nous sommes allés
Nous sommes allées
Vous êtes allé    Vous êtes allée
Vous êtes allés  Vous êtes allées

Slide 24 - Slide

Le passé composé
Hww: avoir
J'ai acheté
Tu as acheté
Il/ Elle / On a acheté
Nous avons acheté
Vous avez acheté
Ils ont acheté
Elles ont acheté

Slide 25 - Slide

Le passé composé
Hww: avoir
J'ai fait
Tu as eu
Il a été  elle a rendu  on a perdu
Nous avons vendu
Vous avez fini
Ils ont choisi
Elles ont rougi
Elles ont pris

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Le passé composé
Hww: être
Je suis allé          Je suis allée
Tu es allé              Tu es allée
On est allé            On est allée
On est allés          On est allées
Nous sommes allés
Nous sommes allées
Vous êtes allé    Vous êtes allée
Vous êtes allés  Vous êtes allées

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Vertaal: Ik heb gegeten, zij is thuisgekomen en hij heeft gedaan

Slide 32 - Open question