groep 7 6.2 oefenopdrachten

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 7

thema 6 week 2

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Hij gaat naar school.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Moeder geeft haar het cadeau.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Jan heeft dat jullie verteld.

Lijdend voorwerp= Wie/wat + onderwerp + gezegde.

Ze belt hem boos op.

 

Meewerkende voorwerp = vraag aan wie + onderwerp + gezegde

Zij geeft hem een step. 

Zij geeft een knikker aan Tim.
Wat is: aan Tim?

Jullie lenen geen tuinstoelen aan hen.

Ze ziet hen zachtjes praten.
Wat is: hen?

Nu weet de hele school het.
Wat is: het?

dubbelzinnig taalgebruik

Heineken boert goed in de Verenigde Staten

Welk woord is dubbelzinnig?
Schrijf de 2 betekenissen op.
Geef mij eens een schop.

Welk woord is dubbelzinnig?
Schrijf de 2 betekenissen op.
Geef dat watje eens wat water!

Welk woord is dubbelzinnig?
Schrijf de 2 betekenissen op.
Mijn moeder maakt de bril vaak schoon.

Welk woord is dubbelzinnig?
Schrijf de 2 betekenissen op.
Ik hou erg van een bal.