HA2 Lezen: werkles week 39

HA2 Leesvaardigheid
Lezen H1,2,3

  1. Hoofd- en bijzaken en kernzinnen
  2. Tekstverbanden en signaalwoorden (1)
  3. Tekstverbanden en signaalwoorden (2)


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

HA2 Leesvaardigheid
Lezen H1,2,3

  1. Hoofd- en bijzaken en kernzinnen
  2. Tekstverbanden en signaalwoorden (1)
  3. Tekstverbanden en signaalwoorden (2)


Slide 1 - Slide

Als ik een tekst lees, kan ik de hoofdzaken onderscheiden van de bijzaken (H1)
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Tekstverbanden en signaalwoorden (1)
 Je kent al het chronologisch verband, het opsommend verband, het tegenstellend verband en het toelichtend verband.

Je kunt deze herkennen aan de juiste signaalwoorden.

Toch?








Slide 3 - Slide

Ik ken de volgende tekstverbanden en de signaalwoorden die daarbij horen:
chronologisch, opsommend, tegenstellend en toelichtend tekstverband
géééén idee
een beetje of een paar
de meeste wel
zeker wel!

Slide 4 - Poll

H2: tekstverbanden en signaalwoorden (1)

Bij een concluderend verband wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst.
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
Een oorzakelijk verband toont waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil).
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij








Slide 5 - Slide

H3 tekstverbanden en signaalwoorden (2)


Een doel-middelverband geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
Een vergelijkend verband laat een verschil of een overeenkomst zien.
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals – ook de vergrotende trap: meer / groter / beter enz. dan
Bij een samenvattend verband wordt een verkorte weergave van informatie uit de tekst gegeven.
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al






Slide 6 - Slide

Hoe ga jij zorgen dat je de signaalwoorden en de tekstverbanden kent?

Slide 7 - Open question

Voorbereiden op de toets:
6 oktober (da's over 10 dagen!)

Huiswerk maken!
Tekstverbanden en signaalwoorden in je hoofd stampen!

Teksten ook écht lezen!

Slide 8 - Slide

Nu en in dalton
Achterstallige taken maken!


Zit je niks productiefs te doen voor school in mijn daltonuur?
Ben je voornamelijk aan het kletsen en houd je anderen van het werk?
Mailtje naar huis!

Slide 9 - Slide

Wat wordt er van je verwacht?
  • Je bent serieus met je taken bezig
  • Je praat op zachte toon en alleen met degene naast je
  • Je hebt je planner/agenda op tafel
  • Je bedenkt van tevoren wat je gaat doen in een daltonuur!
  • Je blijft op je plek 

Slide 10 - Slide