Grammatica G3

Grammatica H3
Herhaling redekundig ontleden en samengestelde zinnen (onderschikking, nevenschikking en voegwoorden)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grammatica H3
Herhaling redekundig ontleden en samengestelde zinnen (onderschikking, nevenschikking en voegwoorden)

Slide 1 - Slide

Planning
Herhaling redekundig ontleden+oefening
Zelfstandig werken
Nakijken
Herhaling samengestelde zinnen
Oefening naar eigen invulling/ruimte voor vragen

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het eind van de les heb ik helder waarop ik mij moet focussen bij het leren voor de toets.

Slide 3 - Slide

Wat is stap 1 bij het redekundig ontleden van een zin?
A
Zin opdelen in zinsdelen
B
Het onderwerp bepalen
C
De persoonsvorm bepalen
D
Het gezegde bepalen

Slide 4 - Quiz

Mijn opa krijgt morgen een lintje van de koning.
Hoe moet je deze zin verdelen?
A
Mijn opa/krijgt/morgen/een lintje/van de koning.
B
Mijn/opa/krijgt/morgen/een/lintje/van/de/koning.
C
Mijn opa/krijgt/morgen/een lintje van de koning.
D
Mijn opa krijgt/morgen/een lintje/van de koning.

Slide 5 - Quiz

8

Slide 6 - Video

Bijstelling
De slager in dit dorp, een lange, magere man, verkoopt de beste salami in het land.


Slide 7 - Slide

00:55
Hoe kom je achter de persoonsvorm?
A
Een vraagzin maken
B
De zin in een andere tijd zetten
C
Eerst het gezegde bepalen
D
De zin in een ander getal zetten (enkelvoud/meervoud)

Slide 8 - Quiz

01:27
Een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

01:28
Wat is het onderwerp?

Ik ga naar de bioscoop
A
Ik
B
ga
C
bioscoop
D
naar

Slide 10 - Quiz

02:06
Koppelwerkwoord
Geen koppelwerkwoord
Zijn
Worden
Stijgen
Krijgen
Blijken

Slide 11 - Drag question

02:56
Deze zin heeft een meewerkend voorwerp:

Simon schopte Soof tegen haar schenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

04:25
Hoe veel bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Ik liep gisterenavond in het park met mijn hond
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

02:56
Als er geen lijdend voorwerp is, is er ook geen meewerkend voorwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

02:56
Het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
Je maakt zelfstandig en stil de 10 oefenzinnen af.

Je hebt 10 minuten de tijd.

Klaar? Ga naar www.cambiumned.nl/zinsdelen en oefen verder.

Na 10 minuten vergelijk je de antwoorden in tweetallen (5 minuten).

Daarna krijgen jullie het antwoordmodel.


Slide 16 - Slide

Op basis van de 10 oefenzinnen heb ik vertrouwen in de toets.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Meerdere pv
Voegwoord
Nooit een bijzin
Onderschikkend
Nevenschikkend

Slide 18 - Drag question

Zodra een auto door rood licht rijdt, maakt een flitser twee foto's.
A
Samengesteld
B
Enkelvoudig

Slide 19 - Quiz

Zodra een auto door rood licht rijdt, maakt een flitser twee foto's.
Het voegwoord is:

Slide 20 - Open question

Zodra een auto door rood licht rijdt, maakt een flitser twee foto's.
Deze zin bestaat uit...
A
Hoofdzin+bijzin
B
Bijzin+bijzin
C
Hoofdzin+hoofdzin
D
Bijzin+hoofdzin

Slide 21 - Quiz

Oefening
Ga naar www.cambiumned.nl/zinsdelen.
Je kunt oefenen met (samengestelde) zinnen en redekundig ontleden.

Vragen of onduidelijkheden? Nu is het moment!

Slide 22 - Slide

Aan het eind van de les heb ik helder waarop ik mij moet focussen bij het leren voor de toets.
0100

Slide 23 - Poll