Samengestelde zinnen: nevenschikking en onderschikking

Jeugdbeweging
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Jeugdbeweging

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat valt er op aan deze zinnen?
Leest deze tekst vlot?

Slide 3 - Mind map

Hoeveel persoonsvormen staan er in elke zin?

Slide 4 - Open question

Hoe noemen we deze zinnen weer?

Slide 5 - Open question

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 6 - Slide

Enkelvoudig of samengesteld?
  • Enkelvoudig: 1 pv
  • Samengesteld: 2 of meer pv's 

Slide 7 - Slide

Veel mensen zoeken een liefje via Tinder.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 8 - Quiz

Ze gebruikt Tinder omdat ze nieuwe mensen wil leren kennen.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 9 - Quiz

Ik heb veel toffe chatgesprekken, maar ik heb nog nooit een echte date gehad.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 10 - Quiz

Samengestelde zin
  • Tweede werkblad 

Slide 11 - Slide

Hoofd- en bijzin
  • Hoofdzin = volledige zin die op zichzelf staat.
  • Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar.
  • Bijzin = nooit een aparte zin
  • Onderwerp en persoonsvorm kunnen gescheiden worden

Slide 12 - Slide

Rompzin
  • = hoofdzin zonder de bijzin 
  • Bv. Ze gebruikt Tinder (omdat ze nieuwe mensen wil leren kennen).

Slide 13 - Slide

Oefening 3

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Werkblad

Slide 20 - Slide

Bijzin
= zinsdeel
DUS vervult een functie in de zin: onderwerp, lijdend voorwerp, bijwoordelijke bepaling ...
  • Je noemt ze dan O-zin, LV-zin, BWB-zin
  • Als een bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord = betrekkelijke bijzin

Slide 21 - Slide