1.2 leesvaardigheid deel niks

Welkom!


1.2 leesvaardigheid deel 2


1 Opening/presentie/ plaatje van de week
2 Nabespreken huiswerk
3 Leesvaardigheid - herhaling en verkennend lezen



 





mmarinus@
lauwerscollege.nl

4 Zelfstandig werken
5 Wat hebben we geleerd of gemist?
6 Afsluiten
 
Kennen, kunnen en doen:

  • Leesstrategieën toepassen; tekstverbanden herkennen
  • Titels; tekstdoelen, -soorten en -vormen herkennen
  • Onderwerp en hoofdgedachte benoemen.
  • Je leert het vergelijkend verband herkennen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ArabischMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Welkom!


1.2 leesvaardigheid deel 2


1 Opening/presentie/ plaatje van de week
2 Nabespreken huiswerk
3 Leesvaardigheid - herhaling en verkennend lezen



 





mmarinus@
lauwerscollege.nl

4 Zelfstandig werken
5 Wat hebben we geleerd of gemist?
6 Afsluiten
 
Kennen, kunnen en doen:

  • Leesstrategieën toepassen; tekstverbanden herkennen
  • Titels; tekstdoelen, -soorten en -vormen herkennen
  • Onderwerp en hoofdgedachte benoemen.
  • Je leert het vergelijkend verband herkennen

Slide 1 - Slide

Wat is het thema van je boek? En het onderwerp? Bij welk genre past het?

Slide 2 - Open question

Wat is het deelonderwerp alinea 2?
Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
artiestennaam
B
bedriegers
C
onveilig
D
praktisch

Slide 3 - Quiz

Een kernzin is ...
A
De belangrijkste zin van de alinea.
B
De belangrijkste zin van de tekst.
C
De samenvatting van een tekst.
D
De belangrijkste zin van twee alinea's.

Slide 4 - Quiz

Wat is geen verwijswoord?
A
de
B
deze
C
zodat
D
dat

Slide 5 - Quiz

De opbouw van een alinea bestaat uit
A
een kernzin met een toelichting en/of voorbeelden
B
allemaal belangrijke zinnen
C
een onderwerp en een hoofdgedachte
D
een uitspraak met een tekstverband

Slide 6 - Quiz

In je agenda lezen welke stof je moet leren voor een proefwerk is zoekend lezen?
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Een betogende tekstsoort heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
activeren/tot handelen zetten
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen/alinea's leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 9 - Quiz

'Met andere woorden' is een voorbeeld van een uitleggend tekstverband.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 10 - Quiz

Dit is woordraadstrategie:
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
synoniem
D
betekenis / omschrijving

Slide 11 - Quiz

Wat?
Maak de vragen 6 t/m 8 a,10 en 11, (kunnen ook alleen) vanaf blz. 25.
Hoe?
Met je laptop, boek en schrift. En een pen.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Is jouw boek chronologisch of niet? Waarom?
Klaar?
Heeft jouw boek een open of gesloten einde?
Aan de arbeid!

Slide 12 - Slide

Bedankt en tot morgen!
Kennen, kunnen en doen:

  • Leesstrategieën toepassen; tekstverbanden herkennen
  • Titels; tekstdoelen, -soorten en -vormen herkennen
  • Onderwerp en hoofdgedachte benoemen.
  • Je leert het vergelijkend verband herkennen

Slide 13 - Slide