§4.1 Leenheren en leenmannen - Het leenstelsel

§4.1 Leenheren en leenmannen
Het leenstelsel
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§4.1 Leenheren en leenmannen
Het leenstelsel

Slide 1 - Slide

Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat het leenstelsel is
  • Waarom de middeleeuwen onveilig waren
  • Wat ridders en toernooien  zijn

Slide 3 - Slide

Voordat je begint
Lees eerst 4.1 vanaf 'Rondreizend bestuur'

Slide 4 - Slide

Rondreizend bestuur
Het rijk van Karel de Grote was erg groot:


Om dit te besturen wilde hij overal in zijn rijk zijn
Vaak stuurde hij een boodschapper, maar hij reisde zelf ook veel
Maar het was te traag en nam veel tijd in beslag
Er moest toch een betere manier zijn...

Slide 5 - Slide

McDonald's
Stel je voor dat je de baas bent van McDonald's. Dan heb je 37.000 restaurants in 120 landen.
Het is natuurlijk erg lastig om in al deze restaurants alles in je eentje te kunnen regelen.
Dus wat is nou een goede oplossing voor dit probleem?

Je laat wat een aantal mensen jou helpen! Je leent de restaurants aan 120 mensen die in hun land alles regelen! Zij mogen bijvoorbeeld kiezen wat er op het menu komt en hoe reclame wordt gemaakt. In ruil hiervoor moeten ze jou alleen maar een deel van het geld geven.

Dan zijn we bezig met het leenstelsel

Slide 6 - Slide

Het leenstelsel
Karel vroeg hulp aan de adel
Deze edelen mochten dan een stuk van het rijk besturen
Het gebied bleef van Karel, maar ze mochten het lenen
Dit noemen we het leenstelsel
Je kon graaf of hertog worden:
  • Graaf: De baas in een klein gebied, een graafschap. Dit was minder belangrijk
  • Hertog: De baas in een groot gebied, een hertogdom (bijvoorbeeld Brabant). Dit was erg belangrijk

Slide 7 - Slide

De afspraken
De Leenheer
Houdt het gebied in bezit, maar leent het gebied aan iemand van adel.

De Leenman
Mag het gebied lenen en:
- Bestuurt het gebied
- Spreekt er recht
- Levert soldaten
- Mag inkomsten van het gebied houden
- Moet de leenheer trouw zijn

De persoon die een gebied uitleent
De persoon die een gebied leent

Slide 8 - Slide

Bij wie hoort het?
Moet soldaten leveren
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 9 - Quiz

Bij wie hoort het?
Mag rechtspreken
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 10 - Quiz

Bij wie hoort het?
Leent het gebied uit
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 11 - Quiz

Bij wie hoort het?
Mag de inkomsten van het gebied houden
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 12 - Quiz

Probleem met leenstelsel
Veel leenmannen deden alsof het gebied hun bezit was
Soms gingen leenmannen het gebied opnieuw uitlenen
Op deze manier kreeg je achterleenmannen
Hierdoor viel het Frankische rijk langzaam uit elkaar

Slide 13 - Slide

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenstelsel
Leenman
Achterleenman

Slide 14 - Drag question

Onveilige tijden
De leenheer probeerde zijn gebied vaak terug te veroveren
Leenheren en (ongehoorzame) leenmannen voerden dus oorlog
Ook waren er rovers en invallers, zoals Vikingen
Edelen beschermden zich vaak met een kasteel
Eerst houten gebouwen, maar later echte burchten

Slide 15 - Slide

Filmpje
Ridders en kastelen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Filmpje
Hoe kastelen er nu vaak uitzien

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Filmpje
Ridders in de middeleeuwen
(beetje oudbollig, maar goede informatie!)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3, 4, 6 en 7
Lever het in op Itslearning

Slide 23 - Slide