thema 6 Bs 1 organismen en hun omgeving

Bs 1 organismen en hun omgeving
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bs 1 organismen en hun omgeving

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt het verschil tussen biotische en abiotische factoren uitleggen aan de hand van voorbeelden
  • Je kunt de niveaus van de ecologie opnoemen
  • Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven

Slide 2 - Slide

Invloeden vanuit de omgeving
Welke factoren hebben invloed op organismen?

  • Abiotische factoren > Invloeden levenloze natuur
  • Biotische factoren >  Invloeden andere organismen (levend)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Organismen in de omgeving 
Ecosysteem > Gebied waarin abiotische en biotische factoren een eenheid vormen. 
Levensgemeenschap > populaties van verschillende soorten in een gebied
Populatie > Groep organismen van dezelfde soort in een gebied

Slide 6 - Slide

ecosystemen

Slide 7 - Slide

Biotoop: alle abiotische factoren in een gebied

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bioom: kenmerkend klimaat

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voedselketens
Een schema waarin duidelijk wordt welke organismen andere organismen als voedselbron gebruiken.

Regels bij voedselketens:
  1. Beginnen met organismen die hun eigen voedsel maken
  2. Pijlen betekend 'wordt gegeten door'.  Kool --> rups. 

Slide 12 - Slide

Voedselketen 
Schakel = Voedselbron in voedselketen

De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant.
De tweede schakel is altijd een planteneter. 

Slide 13 - Slide

Voedselweb
  • Geheel van voedselrelaties in ecosysteem

Welke voedselketens zijn er in dit voedselweb? 

Slide 14 - Slide

Voedselweb
eik > eekhoorn > sperwer

eik > eekhoorn > boommarter

Eik > rups > bonte specht > sperwer

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voedselketen / voedselweb
Elk organisme levert een voedselbron voor een ander organisme. 

Elk organisme is een energiebron, afkomstig van de stoffen waaruit een organisme bestaat

Slide 18 - Slide

Piramide van aantallen

= aantal beschikbare organismen in een voedsel keten

Voedselketen:
Bladeren -> rups -> koolmees -> sperwer

Slide 19 - Slide

Piramide van aantallen

Is een piramide van aantallen altijd een piramidevorm?


Slide 20 - Slide

Piramide van aantallen
Is een piramide van aantallen altijd een piramidevorm?
Nee!

Als de eerste schakel heel groot is, 
zoals een boom, 
dan is 1 boom voldoende
voor meerdere rupsen.

Slide 21 - Slide

Piramide van biomassa
Biomassa = drooggewicht > de hoeveelheid (energierijke) stoffen van een organisme (alles behalve water).

Biomassa van schakels in voedselketen >> maakt piramide van biomassa
  • Biomassa volgende schakel altijd kleiner dan vorige

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Piramide van biomassa
Waarom gaat er biomassa verloren tussen de schakels van een voedselketen?

  • een deel van de biomassa is niet te verteren en verlaat het dier (ontlasting)
  • een deel van de biomassa wordt door het dier zelf verbrand voor energie

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Accumulatie
In een gebied is de bodem vervuild , de stoffen zijn niet af te breken door organismen. 

Wat gebeurt er in de voedselketen als de vervuilde stoffen door de eerste schakel worden opgenomen?


Slide 26 - Slide

Accumulatie
  1. eerste schakel neemt gifstof op die niet wordt afgebroken
  2. tweede schakel eet eerste schakel met gifstof.
  3. derde schakel eet meerdere organismen uit tweede schakel

Slide 27 - Slide

Accumulatie
Gifstoffen hopen op in organisme, die weer terecht komen in de volgende schakels.
 
De organismen hoger in de voedselketen kunnen dood gaan, als gevolg van de ophoping van  gifstoffen die veel eerder in de keten zijn opgenomen

Slide 28 - Slide

Aan de slag
Maken 6.1

Klaar?
Voorbereiden toets of iets voor jezelf

Slide 29 - Slide