H4_les8_tijd

Oefenen werkwoordspelling
  1. Na de wedstrijd ... (verloten) de club vier vrijkaartjes voor het feest.

  2. De ... (verloten) kaartjes werden niet opgehaald.

  3. ... (Rugbyen) jouw broers vroeger ook al?




1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen werkwoordspelling
  1. Na de wedstrijd ... (verloten) de club vier vrijkaartjes voor het feest.

  2. De ... (verloten) kaartjes werden niet opgehaald.

  3. ... (Rugbyen) jouw broers vroeger ook al?




Slide 1 - Slide

Oefenen werkwoordspelling
  1. Na de wedstrijd ... (verlootte) de club vier vrijkaartjes voor het feest.

  2. De ... (verlote) kaartjes werden niet opgehaald.

  3. ... (Rugbyden) jouw broers vroeger ook al?




Slide 2 - Slide

Verhaalanalyse
Aan het einde van de les:
  • Kun je de chronologie van een verhaal benoemen
  • Weet je hoe een schrijver kan spelen met de tijd in een verhaal

Slide 3 - Slide

Planning deze les
  • herhalen theorie (h5) personages
  • theorie (h6) tijd in een verhaal
  • opdracht

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een round en een flat character?

Slide 5 - Open question

Personages (1)
  • Wat is het verschil tussen een round en een flat character?

  • round = rond, personage ontwikkelt zich --> vaak de hoofdpersoon

  • flat = plat, personage ontwikkelt zich niet --> stereotypen

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen een protagonist en een antagonist?

Slide 7 - Open question

Personages (2)
Antagonist

  • Tegenspeler protagonist
  • Kan ook een ding/gevoel/ situatie zijn
Protagonist

  • Meestal de hoofdpersoon

Slide 8 - Slide

Nieuwe theorie
h6 tijd in een verhaal

Slide 9 - Slide

'Op zondag 23 september 1990 werd in de wijk Shekanut Hatikva in Tel Aviv een moord gepleegd.’
Citaat uit 'De ruimte van Sokolov' van Leon de Winter

Slide 10 - Slide

Tijd in een verhaal (1)
  • Fabel: de échte volgorde, chronologisch
  • Bv: aanleiding moord, de moord zelf, gevolgen

  • Sujet: de volgorde zoals de schrijver het presenteert, vaak niet chronologisch
  • Bv: de moord zelf, gevolgen, aanleiding moord

Slide 11 - Slide

'Oeroeg was mijn vriend.’
Citaat uit 'Oeroeg' van Hella Haasse

Slide 12 - Slide

'Oeroeg was mijn vriend.’
Citaat uit 'Oeroeg' van Hella Haasse
Waarom was?
Wat is er gebeurd tussen toen en nu?
Wie is Oeroeg?

Slide 13 - Slide

Hoe kan een auteur spelen met de tijd in een verhaal?

Slide 14 - Mind map

Tijd in een verhaal (2)
  • Flashback: teruggrijpen op iets wat eerder is gebeurd

  • Flashforward: tipje van de sluier over wat in de toekomst gaat gebeuren



'Die avond, waarop alles in een nieuw licht kwam te staan, zou ik, zoals alle donderdagen eigenlijk dineren met meneer Jamieson, een groothandelaar in huiden en tabak, en misschien daarna wat gaan dansen.’
Citaat uit 'Een schitterend gebrek' van Arthur Japin

Slide 15 - Slide

Tijd in een verhaal (3)
  • tijdsprong: een stuk tijd overslaan






'Een paar dagen later kreeg Katadreuffe een brief.’
Citaat uit 'Karakter' van Bordewijk

Slide 16 - Slide

Tijd in een verhaal (3)
  • tijdsprong: een stuk tijd overslaan


  • tijdverdichting: een heel stuk tijd kort samenvatten



'De jonge Katedreuffe had inmiddels de lagere school afgelopen, zijn moeder liet hem daarna geen ambacht leren, hij moest zichzelf maar door de wereld slaan, zij had het ook gemoeten.’
'Citaat uit 'Karakter' van Bordewijk
'Een paar dagen later kreeg Katadreuffe een brief.’
Citaat uit 'Karakter' van Bordewijk

Slide 17 - Slide

Tijd in een verhaal (4)
  • tijdvertraging: het verhaal langzamer vertellen dan het gebeurd is

  • tijdversnelling: het verhaal sneller vertellen dan het gebeurd is



Slide 18 - Slide

Tijd in een verhaal (4)
  • verteltijd: aantal blz. van het verhaal

  • vertelde tijd: tijd in de verhaalwereld (bv. een jaar, een mensenleven, een dag, etc.)



Slide 19 - Slide

To do...
Struikelblokken maken (oneven pagina's)

Verder lezen in 'De aanslag'

Let op: wo 28/9 rep ww-spelling

Slide 20 - Slide