Opdracht 3

Opdracht 3 - Lesson Up slides
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Opdracht 3 - Lesson Up slides

Slide 1 - Slide

Les 1 

Slide 2 - Slide

+

Slide 3 - Slide

Het doel van deze les is...
... dat je een overzicht hebt over de       meest gebruikelijke bijwoorden. 

... dat je weet dat na een bijwoord een inversie moet gebruiken

... dat je bijwoorden en inversies in een tekst (over jouw vlog-project) kunt gebruiken. 

Slide 4 - Slide

Welke bijwoorden kan je bedenken? 

1. Samen met jouw buurman/buurvrouw: 
Schrijf zo veel mogelijk bijwoorden op als je kan bedenken. 




2. Misschien kan je deze bijwoorden al een beetje sorteren
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Schrijfopdracht
1. Schrijf een korte tekst over de vlog die je aan het maken bent (minimaal 10 zinnen). 

2. Gebruik (minimaal) drie inversies - van tijd, plaats en vraagwoord - en denk eraan wat dat voor de zinsvolgorde betekent.  


Inspiratie
timer
18:00

Slide 7 - Slide

Les 2

Slide 8 - Slide

Schrijfopdracht 
1. Schrijf een korte tekst over de vlog die je aan het maken bent (minimaal 10 zinnen). 

2. Gebruik (minimaal) drie inversies - van tijd, plaats en vraagwoord - en denk eraan wat dat voor de zinsvolgorde betekent.  


her
schrijven

Slide 9 - Slide

Schrijfopdracht 
1. Schrijf een korte tekst over de vlog die je aan het maken bent (minimaal 10 zinnen). 

2. Gebruik (minimaal) drie inversies - van tijd, plaats en vraagwoord - en denk eraan wat dat voor de zinsvolgorde betekent.  


Doelen
- Je kunt een eigen tekst herschrijven.
- Je kunt daarvoor de codes
van schriftelijke feedback 
gebruiken. 

Slide 10 - Slide

Herschrijfopdracht 
1. Kijk naar de feedback op jouw tekst van de laatste week. 

2. Check voor jezelf: Begrijp je elke punt? Vraag het anders: eerst een medeleerling, dan een docent

3. Herschrijf jouw tekst en verwerk de feedback daarbij. 



timer
18:00

Slide 11 - Slide

feedback codes
(...)     kijk naar de vorm van het woord

V         het mist een woord 

s          hier is een spelfout 

*...*     kijk naar de woordvolgorde 

H          hier is een hoofdletter nodig
timer
18:00

Slide 12 - Slide

Afsluiten
Zijn de doelen gehaald?

Welke codes waren de makkelijkste? En welke de moeilijkste

Wat is het verschil tussen schrijven en herschrijven?  

Slide 13 - Slide