Grammatica congruentie en inversie

1 / 17
next
Slide 1: Link
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Link

Vandaag
Hebben we het over grammatica: congruentie en inversie

We starten met een paar foute zinnen. Geef aan wat de fout is.

Slide 2 - Slide

Uit de enquête bleek dat het merendeel van de burgers voor de doodstraf zijn.

Slide 3 - Open question

Omdat de demonstranten niet rustig waren, arresteerden de politie hen.

Slide 4 - Open question

De media heeft veel aandacht geschonken aan de misstanden bij The Voice

Slide 5 - Open question

Congruentie
Wat is dat? 
PV en O = zelfde getal. 

*Ik zijn jarig. 
Ik ben jarig. 
Niet zo moeilijk
Moeilijker:
Die groep bejaarden loopt/lopen altijd erg langzaam?

Slide 6 - Slide

1.
Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de pv zich naar de kern. 

De groep betogers wandelde van het Malieveld naar het Binnenhof. 
1 groep met betogers. 

Slide 7 - Slide

2. 
Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit meerdere personen bestaat, is de persoonsvorm enkelvoudig. 

De jeugd --> 1 jeugd (maar inhoud is meerdere)
De bemanning --> 1 bemanning (maar 1 bemanning bestaat uit meerdere mannen, en vrouwen;) )

Slide 8 - Slide

3.
In de constructie een van de(1) + meervoudig woord (2)+ die(3) volgt in een bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm

Een van de(1) Delftenaren (2) die(3) naar Australië emigreerden, was mijn vader. 

Slide 9 - Slide

4.
Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm. 

De Hongerspelen is een bijzondere meeslepende jeugdroman. 
Hongerspelen = mv (spelen). Maar het gaat om 1 boek. 

Slide 10 - Slide

5. 
Na een rekeneenheid volgt een enkelvoudige persoonsvorm 
Rekeneenheid: liter, kilometer, procent, kilo, euro, joule, mol

*Twee liter water zijn heel bijzonder voor iemand die geen toegang heeft tot stromend water
Twee liter water is niet veel voor iemand die geen toegang heeft tot stromend water.

Slide 11 - Slide

Nu maken
Digitaal, anders ben je absent
H4 - Grammatica zinsdelen - Opdracht 1
Tip: 1 medium, 2 media. 

Slide 12 - Slide

Inversie
De meeste zinnen: OPA 
Onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel. 
Ik loop elke dag een rondje om Groenlo. 

Hoeft niet altijd
Met de Aaltense kermis schenken veel cafés alcohol aan minderjarigen. 
ander zinsdeel - persoonsvorm - onderwerp - ander zinsdeel - ander zinsdeel
Inversie 


Slide 13 - Slide

Inversie of niet?

Op zondag maken mijn ouders een rondje in de cabrio.
A
Inversie
B
Geen inversie

Slide 14 - Quiz

Wie heeft Marnix die mooie verzameling postzegels eigenlijk gegeven?
A
inversie
B
geen inversie

Slide 15 - Quiz

Dubbelzinige zinnen
Wie heeft Marnix die mooie verzameling postzegels eigenlijk gegeven? 

Marnix kan hier onderwerp zijn. 
Maar 'wie' kan ook het onderwerp zijn ,en marnix = mv. 
Je hebt context nodig. Dus moeilijk te zeggen of er inversie is. 

Slide 16 - Slide

Maak opdracht 2 en 3
H4 - grammatica zinsdelen
Opdracht 2 digitaal en 3 uit het boek 
10 minuten


Slide 17 - Slide