Les vrijdag_KERN 30_plot_huiswerk

1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spullen: pennen, map. 
Telefoon in ZAKKIE op tafel. 

timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?

1. Uitleg KERN 30 (plot)
2. Film kijken.
3. Opdracht bij film. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Uitleg KERN 30
Welke spullen heb je nodig?

a. Map.
b. Pennen + markeerstiften.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. Film kijken (Vals)
Duur: 20 minuten
Genre: thriller.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

VALS

Slide 11 - Slide

Introductie

Leerdoelen:
  • De leerling leert de verhaalopbouw van de film Vals benoemen.
  • De leerling kent het verschil tussen een verhaal verteld via een boek en via een film.
  • De leerling kan de belangrijkste kenmerken van een thriller omschrijven.
  • De leerling is zich ervan bewust dat de openingssequentie van een film informatie geeft over de (meestal belangrijke) personages en de setting van het verhaal.
  • De leerling leert over elementen (in het bijzonder flash-forward, licht en geluid) die de filmmaker inzet om spanning op te bouwen.
  • De leerling heeft een beeld van de Nederlandse film(industrie) en kan een verschil opnoemen met de Amerikaanse film(industrie).
Werkwijze:
  • Van de film Vals (2019, 96 min., Dennis Bots) bekijk je met de klas twee fragmenten. Hierbij worden vragen gesteld over het narratief (op welke manier de inhoud verteld wordt), de filmische vormgeving en de context.
  • Dit lesmateriaal is ontwikkeld ter ondersteuning bij de film Vals. De les kan voorafgaand aan het bekijken van de film worden gehouden.
  • Nadat de klas de hele film heeft gezien, kunnen de vragen nogmaals worden behandeld. Verschillen de antwoorden?
  • Deze opdrachten zijn geschikt voor het voortgezet onderwijs (bovenbouw). De opdrachten kenmerken zich door natuurlijke differentiatie. Dit houdt in dat leerlingen op eigen niveau (onderdelen van) het probleem kunnen oplossen. Bij overleg zal discussie vaak noodzakelijk zijn.
  • Er kan worden gekozen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal.
  • Deze les duurt in totaal 1 uur en kan naar eigen inzicht uitgebreid worden.  
  • Deze les kan geprint worden, inclusief de notities per dia, door op de print knop te drukken rechtsboven in het scherm.
NB Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
De film die je gaat bekijken heet Vals. Vals is een boekverfilming. Wie heeft het boek Vals gelezen?
Wie heeft de film gezien?
Als een filmmaker ervoor kiest om een boek te verfilmen, waar moet hij of zij dan rekening mee houden? 
Als je een boek hebt gelezen, vind je het dan ook leuk om de film te zien?
Als je een film hebt gezien, vind je het dan ook nog leuk om het boek te lezen? 
boekverfilming
De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Mel Wallis de Vries. Film is een visueel medium. Een verschil tussen boek en film heeft te maken met tijd. Een film duurt meestal niet langer dan twee uur, terwijl het soms weken kost om een boek uit te lezen.

Slide 12 - Slide

Opdracht 1: Boekverfilming
Vragen vooraf.

Antwoorden: 
- Vraag 1 en 2: eigen antwoord.
- Vraag 3: Zie extra informatie boekverfilming. Suggestie: De filmmaker moet ervoor zorgen dat het boek wordt omgeschreven naar een filmscenario voor een film van maximaal twee uur. Wat in het boek wordt beschreven, moet in de film worden verbeeld.
- Vraag 4 en 5: Denk aan comics, Harry Potter, etc. 

Extra informatie boekverfilming:
De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Mel Wallis de Vries. Film is een visueel medium. Karakters, gedachten, gevoelens, omgeving of sfeer worden (meestal) niet met woorden uitgelegd, zoals in een boek, maar worden verbeeld. Een ander verschil tussen boek en film heeft te maken met tijd. Een film duurt meestal niet langer dan twee uur, terwijl het soms weken kost om een boek uit te lezen. De filmmaker moet dus bepalen op welke manier het verhaal binnen twee uur verbeeld kan worden. Een filmmaker kiest er soms voor om hele delen te schrappen of veranderen.
Opdracht bij film: huiswerk 20/11
Wat?
Beschrijf hoe de technieken van een plot in deze film worden uitgewerkt:
a. Welke verhaallijnen?
b. Cliffhanger? Ja of nee? Leg uit.
c. Wordt de ontknoping uitgesteld? Ja of nee? Leg uit.
d. Zit er een plotwending in? Ja of nee? Leg uit. 
Hoe?
Op een blaadje in je map. Heb je nodig voor vervolgopdracht!
Lengte?
4 alinea's.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions