This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Het Syndroom van Down: Een Kennismaking
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- Het Syndroom van Down definiëren
- De oorzaken van het Syndroom van Down vertellen
- De symptomen van het Syndroom van Down herkennen
Slide 2 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de leerdoelen van de les te introduceren.
Wat weet je al over het Syndroom van Down?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Definitie
Het Syndroom van Down is een syndroom dat wordt veroorzaakt door een extra chromosoom op 21.
Dit leidt tot een vertraagde ontwikkeling, gezondheidsproblemen en bepaalde fysieke kenmerken.
Trisomie 21 in vakjargon
Slide 4 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de definitie van het Syndroom van Down te introduceren.
Oorzaken
Het Syndroom van Down wordt veroorzaakt door een extra kopie van het chromosoom 21. Dit kan gebeuren bij de bevruchting of tijdens de vroege celdeling na de bevruchting.
Slide 5 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de oorzaken van het Syndroom van Down te bespreken.
wat zie je?
Mensen met het Syndroom van Down hebben vaak een vertraagde ontwikkeling, een lager IQ
Slide 6 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de symptomen van het Syndroom van Down te bespreken.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Hoe vaak komt het voor?
Het Syndroom van Down komt voor bij ongeveer 1 op de 700 baby's. Het is de meest voorkomende chromosomale afwijking bij pasgeborenen.
Slide 8 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om het voorkomen van het Syndroom van Down te bespreken.
Diagnose
Het Syndroom van Down kan worden gediagnosticeerd tijdens de zwangerschap door middel van een NIPT, vlokkentest, vruchtwaterpunctie Het kan ook na de geboorte worden gediagnosticeerd door middel van een bloedtest.
Slide 9 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de diagnose van het Syndroom van Down te bespreken.
Behandeling
Gewoon wat kan, speciaal wat moet!
Slide 10 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de behandeling van het Syndroom van Down te bespreken.
Levensverwachting
Mensen met het Syndroom van Down hebben over het algemeen een kortere levensverwachting dan mensen zonder het syndroom.
Dit komt door een hoger risico op gezondheidsproblemen, zoals hartproblemen en infecties.
Slide 11 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de levensverwachting van mensen met het Syndroom van Down te bespreken.
Perspectieven
Mensen met het Syndroom van Down kunnen een volwaardig leven leiden en bijdragen aan de samenleving op vele manieren. Het is belangrijk om de stereotypen en stigma's rondom het Syndroom van Down te doorbreken.
Slide 12 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om de perspectieven van mensen met het Syndroom van Down te bespreken.
Bronnen
Hier zijn enkele nuttige bronnen om meer te weten te komen over het Syndroom van Down: - Down Syndrome International - National Down Syndrome Society - Down Syndrome Education International
Slide 13 - Slide
Deze dia moet worden gebruikt om nuttige bronnen te delen voor verdere studie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.