- de verschillende lagen van de aarde benoemen.
- gevolgen noemen van het bewegen van de platen in de aardkorst.
- beschrijven hoe bergen en kloven ontstaan.
- het ontstaan en de gevolgen van aardbevingen beschrijven.
- het ontstaan en de gevolgen van vulkaanuitbarstingen beschrijven.
- beschrijven waar aardbevingen en vulkanen vooral voorkomen.