This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
THEORIEQUIZ KL 3
Slide 1 - Slide
Welke compositie zien we in dit schilderij van Rafaël, Madonna op de weide?
A
Centrale compositie
B
Driehoekscompositie
C
Overall compositie
D
Verticale compositie
Slide 2 - Quiz
3. Wat is een aandachtspunt of focuspunt?
A
Het punt in een kunstwerk waar de aandacht van de kijker als eerst naar toe gaat
B
Iets waar de schilder op had moeten letten tijdens het maken van het kunstwerk
C
Het onderwerp waar het kunstwerk over gaat
D
Het grootste gedeelte van het schilderij
Slide 3 - Quiz
Welke van de volgende beeldhouwwerken is een gestileerde vorm?
A
B
C
D
Slide 4 - Quiz
Welk vormcontrast zie je?
A
Grillig of strakke vorm
B
Open of gesloten vorm
C
Geometrische of organische vorm
Slide 5 - Quiz
Welke ruimtesuggestie zie je in deze afbeelding?
A
Atmosferisch perspectief
B
Afsnijding
C
Lijnperspectief
D
Groot voor klein achter
Slide 6 - Quiz
Welke twee ruimtesuggesties zijn er allebei vinden in dit schilderij?
A
Overlapping & kleurperspectief
B
Doorkijkje & groot voor klein achter
C
Verkorting & lijnperspectief
D
Repoussoir & atmosferisch perspectief
Slide 7 - Quiz
Van welke termen maken we gebruik om de vormgeving van een kunstwerk te omschrijven?
A
Beeldende middelen
B
Dat wat je ziet
Slide 8 - Quiz
Caravaggio schilderde dit schilderij in een groot licht-donker contrast. Dit heeft een dramatisch effect. Ook wel genoemd....
A
Meelicht
B
Clair-Obscur
Slide 9 - Quiz
Hoe noemen we de schaduw die staat aangewezen met de witte pijl?
A
Slagschaduw
B
Eigen schaduw
C
Gebroken schaduw
Slide 10 - Quiz
Welk van onderstaande schilderijen bevat het complementair contrast?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
De (....) concentreerden zich op de veranderlijke effecten van licht en kleur op bepaalde momenten van de dag. Dit noemen we ook wel (...) kleurgebruik
A
Impressionisten, impressionistisch
B
Expressionisten, expressionistisch
C
Fauvisten, fauvistisch
D
Modernisten, modern
Slide 12 - Quiz
Toegepaste kunst is kunst die...
A
ergens voor dient
B
een gebruiksfunctie heeft, zoals een vaas
C
is om naar te kijken
D
door iemand is gemaakt
Slide 13 - Quiz
Wat houdt zeggingskracht in de kunst in?
A
de mate waarin de inhoud wordt uitgedrukt
B
De mate waarin de maker beeldende middelen heeft gebruikt
Slide 14 - Quiz
Welke stelling over 'toegepaste kunst' is juist? Toegepaste kunst ....