Les 2: Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 4

Welke lidwoorden ken je?

Er zijn 4 soorten zelfstandige naamwoorden. Welke

Wat is geen zelfstandig naamwoord?

1. spelen
2. stoel
3. olifant
4. oma

Hoeveel lidwoorden staan er in de volgende zin:

De hond zit aan de lijn en loopt in het gras.

Welk lidwoord hoort erbij?

het

de

school

boek

park

prullenbak

potlood

deur

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:

De bank is groen.

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:
Er staat een stoel scheef.

1. scheef
2. stoel
3. staat
4. een

Schrijf het zelfstandig naamwoord en het lidwoord op:

Het regent buiten en de jas is nat.

In welke zin zit geen lidwoord?

1. De kinderen eten veel broodjes.
2. Zijn boeken liggen op tafel.
3. Het is vandaag eindelijk weekend.
4. Groep 4 loopt op het veld.

Sleep de zelfstandig naamwoorden naar wel  en de andere woorden naar niet. 

wel

geen

boom

kist

knutselen

moeder

Frank 

maak

In welke zin staat een lidwoord?

1. Verdrietig kijkt hij naar zijn juf.
2. Er lopen veel kinderen op school.
3. De grond is heel erg nat.

Bedenk een zin met twee zelfstandig naamwoorden.