This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Programma van vandaag
Uitleg verschillende vragen/teksten
Maak de opd. bij tekst 2 en 3
Nakijken en bespreken antwoorden tekst 2 en 3
Blooket over leesvaardigheid
Werken uit examentrainingboekje
Extra oefenen? maak 1.2, 1.3 en 1.4 online
Slide 1 - Slide
De reclameadvertentie
De derde tekst op het examen is
altijd een reclameadvertentie.
Een reclameadvertentie
- brengt een product,
dienst of idee onder de aandacht.
- bestaat vaak uit tekst en beeld.
Slide 2 - Slide
Twee soorten reclame
Commerciële reclame: probeert je over te halen om een product te kopen.
Ideële reclame: probeert je gedrag, je manier van denken te veranderen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Samenvattingsvragen
Slide 5 - Slide
Hoofd- en bijzaken
Niet alle informatie in een tekst is even belangrijk.
• De belangrijkste informatie in een tekst of alinea noem je de hoofdzaak. De hoofdzaak van een tekst staat vaak in de eerste of laatste alinea. De hoofdzaak vaneen alinea noemen we de kernzin. De kernzin staat vaak vooraan of achteraan in de alinea.
• De minder belangrijke informatie noem je bijzaken. In alinea’s zijn dat de zinnen die een toelichting zijn op de kernzin. In een samenvatting kun je die toelichting weglaten. Ook voorbeelden zijn bijzaken.
Slide 6 - Slide
Wat is een kernzin?
A
De hele tekst samengevat in 1 zin.
B
De belangrijkste zin van een alinea.
C
De gehele eerste alinea
D
De complete slotalinea
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Welk antwoord denk je dat goed is?
A
Het verschil tussen wat leerlingen digitaal kunnen, is groot.
B
Dit blijkt uit een leerlingenmonitor in opdracht van Kennisnet, die deze
maandag verschijnt.
C
Voor dit onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit Twente, maakten
746 leerlingen tussen 10 en 13 jaar een digitale toets, waarbij ze
bijvoorbeeld een sterk wachtwoord moesten bedenken en informatie
op internet moesten opzoeken.
D
Vwo’ers blijken over meer digitale vaardigheden te beschikken dan
vmbo’ers, maar er zijn ook hoog presterende vmbo’ers en laag
presterende vwo’ers.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Signaalwoorden en lezen/samenvatten
Op het examen Nederlands is het belangrijk dat je weet wat iemand bedoelt, bijvoorbeeld de schrijver, of de spreker.
Dat weet je door de signaalwoorden te herkennen.
Je kunt jezelf duidelijker ook uitdrukken door signaalwoorden te gebruiken.
Slide 13 - Slide
Door het herkennen van de signaalwoorden en het herkennen van de tekstverbanden herken je makkelijker antwoorden. Bijv:
Naar welke soort tekstverband/signaalwoorden ga je zoeken in de tekst?
Slide 14 - Slide
We zoeken welk tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
voorwaarde
Slide 15 - Quiz
Aan de slag!
Maak de opdrachten die bij tekst 2 en 3 horen.
Alles af? Ga alvast verder met tekst 1, 4/examentraining/online 1.2, 1.3 of 1.4
timer
30:00
Slide 16 - Slide
Blooket
Leesvaardigheid
Slide 17 - Slide
Examentraining
Leer- en werkboek
1. Maak opd. 1 t/m 3 (blz.3 t/m 9) en kijk het zelf na;
2. Maak de online opdrachten van paragraaf 1.2 en 1.3.
Deze lessen teruglezen en extra filmpjes bekijken? brifo = inlogcode LessonUp