- présent - onvoltooid tegenwoordige tijd (0.t.t.)
- passé composé - voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t) -
- imparfait - onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)
- futur simple - onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (o.t.t.t ) (ww. zullen)!
- (futur proche) - nabije toekomende tijd (ww.gaan)
- conditionnel - onvoltooid verleden toekomende tijd (ww. zouden)
- ir - finir
- re - rendre