- présent - onvoltooid tegenwoordige tijd (0.t.t.)
- passé composé - voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t) -
- imparfait - onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)
- futur simple - onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (o.t.t.t )
- (futur proche) - nabije toekomende tijd
- conditionnel - onvoltooid verleden toekomende tijd
- ir - finir
- re - rendre