Paragraaf 5.3 - Versneld / eenparig / vertraagd

5.3 Versneld – eenparig – vertraagd
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

5.3 Versneld – eenparig – vertraagd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij eenparige, versnelde en vertraagde beweging
2. Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging
3. Je kunt het afstand-tijddiagram van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen

Slide 3 - Slide

Natuurkundigen verdelen bewegingen in verschillende soorten. Daarbij kijken ze vooral naar de snelheid: 
wordt de snelheid steeds groter, 
blijft ze de hele tijd gelijk of 
neemt ze steeds verder af?

Slide 4 - Slide

De versnelde beweging
De versnelde beweging is een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt. 
Voorbeeld: een auto die begint met rijden nadat deze stilstond bij een stoplicht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De eenparige beweging
De eenparige beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds gelijk blijft.
Voorbeeld: een auto die op de snelweg constant 100 km/h rijdt (op cruise control)

De eenparige beweging wordt ook wel de constante beweging genoemd

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De vertraagde beweging
De vertraagde beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds omlaag gaat.
Voorbeeld: een auto die remt voor een stoplicht dat op rood staat

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Op de volgende slide staat een flimpje die uitlegt hoe de grafiek van een versnelde, evenredige en vertraagde beweging eruit ziet. 

Kijk alleen de eerste helft van het filmpje (tot ongeveer 3:50), het tweede deel is voor HAVO VWO

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quiz

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 18 - Quiz

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt?
een ---------- beweging?

Slide 20 - Open question

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid niet verandert?
een ----------- beweging

Slide 21 - Open question

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt?
een --------- beweging?

Slide 22 - Open question

Een parachutist springt uit een vliegtuig en opent na vijf seconden zijn parachute.
a/ Wat voor soort beweging maakt hij in de eerste vijf seconden?
een --------- beweging

Slide 23 - Open question

b/ Wat voor soort beweging maakt hij als de parachute open is?
een --------- beweging

Slide 24 - Open question

Vlak voor de landing verandert de parachutist de snelheid.
c/ Wat voor beweging maakt hij dan?
een --------- beweging

Slide 25 - Open question

Sommige snelheden kun je veel beter schatten dan andere.
a/ Geef een voorbeeld van een snelheid die je goed kunt schatten.

Slide 26 - Open question

b/ Geef een voorbeeld van een snelheid die je heel moeilijk kunt schatten.

Slide 27 - Open question

c/ Leg uit waarom je die tweede snelheid zo moeilijk kunt schatten.

Slide 28 - Open question

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 5.3 en maak de online opdrachten  
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!  
Hulp: Geen  
Tijd:  ???? minuten lang  
Huiswerk: opgave 1 tm 11 van paragraaf 5.3 
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 29 - Slide