5.5 en 5.6 Planten bewegen en planten kweken

lesdoel en opzet 
Lesdoelen:
Je leert zelfstandig hoe planten zich kunnen bewegen (5.5)
Je leert met uitleg hoe plantenkwekers hun planten zo goed mogelijk  laten groeien (5.6).
Je leert met uitleg op welke manieren planten zich vermeerderen (5.6).
Lesopzet:
Check cijfers voor zonnebloemwerkstuk en formatieve toets 5.1 t/m 5.3 
Bestuderen en samenvatten:  5.6  (5.5 mag je helemaal zelfstandig doen - geen nieuwe stof)        Huiswerk: online maken: 5.5 en 5.6, (werkstuk zonnebloem inleveren online bij uitstel.)
week 5/6: Toets: H5 en tekenregels/microscopie (gele stencil en blz 13/14) zie ook in LessonUp de gedeelde lessen.

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

lesdoel en opzet 
Lesdoelen:
Je leert zelfstandig hoe planten zich kunnen bewegen (5.5)
Je leert met uitleg hoe plantenkwekers hun planten zo goed mogelijk  laten groeien (5.6).
Je leert met uitleg op welke manieren planten zich vermeerderen (5.6).
Lesopzet:
Check cijfers voor zonnebloemwerkstuk en formatieve toets 5.1 t/m 5.3 
Bestuderen en samenvatten:  5.6  (5.5 mag je helemaal zelfstandig doen - geen nieuwe stof)        Huiswerk: online maken: 5.5 en 5.6, (werkstuk zonnebloem inleveren online bij uitstel.)
week 5/6: Toets: H5 en tekenregels/microscopie (gele stencil en blz 13/14) zie ook in LessonUp de gedeelde lessen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe vermeerderen mensen planten?
In 4 stappen:

1. Kruisen: stuifmeel van ene plant op andere plant overbrengen.
2. Met de zaden de planten kweken.
3. Beste planten selecteren.
4. Gewenste planten vermeerderen.

Slide 3 - Slide

Drie sectoren van de landbouw
Akkerbouw - gewassen op grote akkers
Tuinbouw - groente of fruit op kleine akkers
Glastuinbouw - groente of fruit in kassen -> klimaat kan gecontroleerd worden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Plantenveredeling
Veredeling: planten zo kweken dat ze betere eigenschappen krijgen
Vroeger: fokken door de beste planten te kruisen
Tegenwoordig: DNA-onderzoek en genetische modificatie door gunstige eigenschappen (DNA-genen) te knippen en plakken van ene in andere soort organisme.





Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Klonen zoals weefselkweek levert 
identieke nakomelingen op

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Online bestuderen en maken 
 Bestuderen en maken:  5.6  
(5.5 mag je helemaal zelfstandig doen - geen nieuwe begrippen)         
Huiswerk: online maken: 5.5 en 5.6, 
evt. werkstuk zonnebloem inleveren digitaal of in een mapje.

Volgende les: Formatieve toets 5.4 en 5.6 en microscopieregels
Week 5: Toets: H5 en tekenregels/microscopie (gele stencil en blz 13/14) zie in LessonUp de gedeelde lessen.

Slide 10 - Slide


Een tropische plant
Een kweker heeft een aantal zaden gezaaid van een tropische plant. Hieruit
ontwikkelen zich 16 planten, waarvan er één bijzonder sappige vruchten heeft. 
Wat moet de kweker doen om planten te verkrijgen die allemaal dezelfde eigenschappen hebben als die met de bijzonder sappige vruchten? 

A
Hij moet de betreffende plant vermeerderen door middel van ongeslachtelijke voortplanting.
B
Hij moet deze plant kruisen met een andere plant die ook sappige vruchten draagt.
C
Hij moet zelfbestuiving toepassen bij de bloemen van de betreffende plant.
D
Hij moet zo veel mogelijk zaden uit de sappige vruchten halen en deze allemaal zaaien.

Slide 11 - Quiz

Vindt bij deze plant geslachtelijke
voortplanting plaats?
En ongeslachtelijke voortplanting?
A
alleen geslachtelijk
B
alleen ongeslachtelijk
C
allebei
D
geen van beiden

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
klisters (bollen)
B
wortelstokken
C
zelfbestuiving
D
uitlopers

Slide 13 - Quiz

Kan deze plant geslachtelijk voortplanten? En ongeslachtelijk ?
A
Geslachtelijk
B
Ongeslachtelijk
C
Beide mogelijk

Slide 14 - Quiz

Bij deze plant "kindje-op-moedersschoot" groeien nieuwe blaadjes aan het begin van de bladschijf. Zijn deze planten ontstaan door geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting
A
ongeslachtelijk
B
geslachtelijk

Slide 15 - Quiz

Als een plant zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk kan voortplanten, welke gebruikt hij dan bij veranderende omstandigheden?(om te kunnen overleven)
A
geslachtelijk
B
ongeslachtelijk

Slide 16 - Quiz

Een plant kan nakomelingen krijgen via geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Wanneer de omstandigheden ongunstig zijn, 'kiest' de plant meestal voor...
A
Ongeslachtelijke voortplanting omdat dan de variatie in nakomelingen het grootst is.
B
Ongeslachtelijke voortplanting omdat dan de variatie in nakomelingen het kleinst is.
C
Geslachtelijke voortplanting omdat dan de variatie in nakomelingen het grootst is.
D
Geslachtelijke voortplanting omdat dan de variatie in nakomelingen het kleinst is.

Slide 17 - Quiz

De pinksterbloem is een plant die je soms in weilanden vindt.
Tijdens de bloei heeft deze plant paarse bloemen.
De pinksterbloem kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk
voortplanten.
Met welk deel kan de pinksterbloem zich ongeslachtelijk
voortplanten?

A
Met deel P.
B
Met deel Q.
C
Met deel R.

Slide 18 - Quiz

Voortplanting bij mensen kun je vergelijken met...
A
Geslachtelijke voortplanting planten
B
Ongeslachtelijke voortplanting planten
C
Planten die elkaars blaadje vasthouden
D
Niets van planten!

Slide 19 - Quiz


Oeverkruid plant zich voort door uitlopers en door zaden.
Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.
A
uitlopers = geslachtelijk zaden = geslachtelijk
B
uitlopers = ongeslachtelijk zaden = geslachtelijk
C
uitlopers = geslachtelijk zaden = ongeslachtelijk
D
uitlopers = ongeslachtelijk zaden = ongeslachtelijk

Slide 20 - Quiz

Veredelen
A
Door ongeslachtelijke voorplanting
B
Van een stukje plant afhalen en in water zetten. Hier komt een nieuw plantje van
C
De beste planten kiezen met de beste eigenschappen en die samenbrengen
D
Komt weinig variatie van

Slide 21 - Quiz

Het combineren van gunstige eigenschappen bij een kruising is:
A
Veredeling
B
Klonen
C
Genetische modificatie
D
Eutrofiëring

Slide 22 - Quiz

We kunnen tegenwoordig ook de erfelijke eigenschappen van een organisme veranderen. Dat gebeurt door een gen van een andere biologische soort toe te voegen aan de erfelijke informatie van de plant. Dit heet genetische modificatie. Een organisme met veranderde genen heet een ......
A
veredeld organisme
B
gm-organisme

Slide 23 - Quiz

Welke manier van vermeerderen staat hier afgebeeld?
A
stekken
B
veredelen

Slide 24 - Quiz

Maïs is een belangrijk voedselgewas. Door jarenlange veredeling via kruising en selectie zijn de maiskolven steeds groter en voedzamer geworden. Een nadeel van deze veredelingsmethode is dat deze zeer veel tijd kost. Een ander nadeel is dat niet elk gewenst resultaat kan worden bereikt. Het verhogen van de weerstand tegen insectenvraat bleek bij maïsplanten via kruising en selectie niet te lukken. Hiervoor worden de volgende verklaringen bedacht:
1 Doordat maïsplanten door de wind worden bestoven, vindt overdracht van genen willekeurig plaats.
2 Een gen dat weerstand geeft tegen insectenvraat komt bij maïs van nature niet voor.

Welke verklaringen is/zijn juist?
A
geen van beide verklaringen
B
alleen verklaring 1
C
alleen verklaring 2
D
beide verklaringen

Slide 25 - Quiz

ongeslachtelijke voortplanting bij planten: sleep de namen naar de bijbehorende afbeelding.
voortplanting dmv knollen
mitotische celdeling
voortplanting dmv wortelstokken
voortplanting dmv stekken
voortplanting dmv bollen
voortplanting dmv uitlopers

Slide 26 - Drag question

Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Stekken
Bloem

Slide 27 - Drag question

Ongeslachtelijke voortplanting bij planten: sleep de namen naar de bijbehorende afbeelding.
R4
voortplanting dmv knollen
weefselkweek
voortplanting dmv wortelstokken
voortplanting dmv stekken
voortplanting dmv bollen
voortplanting dmv uitlopers

Slide 28 - Drag question

Online bestuderen en maken 
 Bestuderen en maken:  5.6  
(5.5 mag je helemaal zelfstandig doen - geen nieuwe begrippen)         
Huiswerk: online maken: 5.5 en 5.6, 
evt. werkstuk zonnebloem inleveren digitaal of in een mapje.

Volgende les: Microscopie - practicum
Week 5: Toets: H5 en tekenregels/microscopie (gele stencil en blz 13/14) zie in LessonUp de gedeelde lessen.

Slide 29 - Slide