This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
- Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.
- Je weet hoe je een zin in zinsdelen verdeelt.
- Je weet wat het werkwoordelijk gezegde is.
- Je weet wat het onderwerp van de zin is.
- Je weet hoe je het lijdend voorwerp kan vinden.