2.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

• Herhalen vorige les.
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 2.2
• Werken.
• Uitleg 2.2

Kijk naar de afbeelding?

• Wat doen deze mensen?
• Wie staan hier allemaal niet tussen?
• Ging dit in elke stadstaat zo?

Nakijken.

• Paragraaf 2.1 vraag 1 t/m 8.
• Eén persoon leest de vraag voor.
• Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
•  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.
  
• Ik kan twee redenen noemen waarom de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven.
  
• Ik kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen.
  

Goden en wetenschap.

• Sommige Grieken gaan onderzoek doen, en logisch nadenken.
• De wetenschap betekent dat je probeert te snappen hoe iets werkt.
• Zoals Pythagoras.
  

Pythagoras 500 v.C.

Van dorp tot wereldrijk.

• 750 v.C. ontstaat Rome.
• Rome wordt rijk door veel oorlogen te voeren. Ze krijgen meer handel, grondstoffen en landbouwgrond in handen.
• Vanaf de 3e eeuw v.C. wil Rome ook de handel rondom de Middellandse Zee controleren. 

Aan het werk

• zelfstandig 10 minuten:
• maak H2.1 vraag 9 tm 12.
• Maak H2.2 vraag 1 tm 6

JE MAG MIJ VRAGEN STELLEN, MAAR NIET AAN ELKAAR, DUS NIET PRATEN/FLUISTEREN!

De groei van het Romeinse Rijk.

Rome houdt de macht.

1. Rome heeft een professioneel leger. Er zijn beroepsmilitairen die erg trouw zijn.
2. Rome liet zijn veroverde gebieden een eigen bestuur houden. Ze moesten dan wel soldaten leveren.    

Senatus Populusque Romanus

Vermenging

• De Rijn is de grens van het Romeinse rijk.
• In Nederland woonde Germaanse stammen zoals de Bataven.
• Sommige Bataven gaan werken in het Romeinse leger.
• De Bataven nemen steeds meer Romeinse gebruiken over.

Aan het werk.

10 minuten. 

Werk in tweetallen of met z'n drieën.

Maak op blz 81 vraag 12.

Maak op blz 82 t/m 85 vraag 1 t/m 10.