SO bespreking

1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:


Bespreken van het SO

paragraaf 1.2 + 1.3

Slide 2 - Slide

Hoe gaan we te werk? 
- Op je tafel ligt alleen een potlood

- Ik loop door alle vragen heen, je zet een kruisje bij de vragen waar je vragen of opmerkingen over hebt

- Als alle vragen zijn behandeld is er tijd om naar jullie opmerkingen te kijken. 

Slide 3 - Slide

Vraag 1

Opdracht 1

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Begin met de gebeurtenis die het eerste gebeurden. (2p)

  1. Duitsland voert het Schlieffenplan uit
  2. Het verdrag van Versailles wordt getekend.
  3. Franz Ferdinand wordt vermoord.
  4. In Versailles wordt het Duitse keizerrijk uitgeroepen.
  5. Wapenwedloop tussen Engeland en Duitsland

Juiste antwoord (4-5-3-1-2)
Alles goed 2p 
twee cijfers omgedraaid 1p

Slide 4 - Slide

Vraag 2
Gebruik bron 1.

a. Welk begrip past het beste bij deze bron? Leg ook uit waarom.(2p)

b. Leg met behulp van je antwoord op vraag a uit waarom mensen aan het eind van de negentiende eeuw heel positief naar de toekomst keken. (1P)

opmerkingen:
Massaproductie is niet gelijk aan nieuwe uitvindingen

Slide 5 - Slide

Bron 1


Volgens een bekend verhaal liet Henry Ford het productieproces in zijn fabriek door een deskundige analyseren. Wekenlang liep de onderzoeker door het bedrijf om het productieproces tegen het licht te houden. Bij zijn terugkeer rapporteerde hij dat iedereen in het bedrijf optimaal presteerde, "behalve in één kamer in de hoek, daar zit een man de hele dag sigaren te roken en niets te doen." "Dat klopt," zei Ford, "die man ben ik."

Slide 6 - Slide

Vraag 3
Gebruik bron 2.

Toon met behulp van de bron aan dat:

a. Duitsland rekening hield met twee verschillende scenario’s ten aanzien van de Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog. (2p)

b. Tijdens de lessen hebben we zes oorzaken van de eerste wereldoorlog behandeld. Welke twee oorzaken van de eerste wereldoorlog zien we terug in bron 2? Leg ook uit hoe dat blijkt. (2p)

Opmerking:

Wapenwedloop is niet hetzelfde als 'veel wapens hebben'. Er zijn veel landen met gigantische legers die geen wapenwedloop hebben of gehad hebben. 

Slide 7 - Slide

Bron 2
Het door de Engelse geheime dienst onderschepte Zimmermann-telegram uit januari 1917

‘We zijn van plan op 1 februari te beginnen met een onbeperkte duikbotenoorlog. Er zal desalniettemin naar worden gestreefd de Verenigde Staten van Amerika neutraal te houden. In het geval dat dit niet lukt, stellen we Mexico een verbond voor op de volgende basis: gemeenschappelijk oorlog voeren, gemeenschappelijk vrede sluiten. Genereuze financiële steun en akkoord van onze kant dat Mexico vroeger verloren gebied in Texas, Nieuw-Mexico en Arizona herovert. Details van deze overeenkomst laten wij geheel over aan uwe hooggeborene. Uwe hooggeborene zal het voorgaande in het diepste geheim en zo snel mogelijk nadat oorlog met de Verenigde Staten van Amerika zeker is aan de president mededelen en zal de suggestie toevoegen dat hij, op eigen initiatief, Japan zal uitnodigen voor onmiddellijke oorlogsdeelname en tegelijkertijd bemiddelen tussen Japan en onszelf. Maak alstublieft de President attent op het feit dat de meedogenloze inzet van onze duikboten nu het vooruitzicht biedt Engeland binnen een paar maanden tot vrede te dwingen.

Ontvangst bevestigen. Getekend, ZIMMERMANN.’

Slide 8 - Slide

Vraag 5
Gebruik bron 3.


a. Op de afbeelding zijn twee personen te zien. Verklaar met behulp van de tekening wie deze twee personen moeten voorstellen. (2p)
b. Welk begrip past het beste bij deze afbeelding? (1p)
c. Wat wil de tekenaar van deze afbeelding duidelijk maken? Verwijs in je antwoord naar minimaal drie verschillende onderdelen van de afbeelding. (2p)


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Vraag 4
Gebruik bron 4
a. Leg met behulp van de bron uit dat de Eerste Wereldoorlog een ‘totale oorlog’ was. (2p)

b. Leg uit waarom propaganda belangrijk is in een ‘totale oorlog’ (1p)

Opmerking: niet het hele land moest 'meevechten' maar het hele land was betrokken bij de oorlog

Slide 11 - Slide

Bron

‘Aan de Schelde, bij de afmeerplaatsen van de boten, en aan de stations stonden menigten van duizenden, maar het vreselijkste was de uittocht der vele tienduizenden, die te voet naar de Nederlandse grens gingen. Ik heb die uittocht meegemaakt. Van Antwerpen tot aan onze grenzen was het één lange, droeve stoet van mensen en dieren. Hele kudden vee werden meegedreven door in doodsangst vluchtende boeren uit de omstreken. Jonge mensen waren er, die een oude grootmoeder op een kruiwagen vervoerden. Voertuigen van allerlei soort zag men. En al die vluchtenden keken telkens om naar hun stad, die in vlammen en rook opging.’

Slide 12 - Slide

Vraag 6

Tijdens de opdracht met de kaartjes omtrent de oorzaken van de eerste wereldoorlog hebben we gezien dat het bijna onmogelijk is om één hoofdschuldige aan te wijzen voor de eerste wereldoorlog. Bijna alle landen deden wel iets waardoor zij als hoofdschuldige zouden kunnen worden aangewezen. Verklaar waarom in de geschiedenisboeken toch Duitsland vaak als hoofdschuldige wordt aangewezen en niet een van de andere landen. (3p)

1p: verdedigd de stelling door Duitslands schuld te bewijzen
2p: verdedigd de stelling door andere landen te ontkrachten
3p: wijst op de algemene blik die men in de geschiedenis heeft van DUi

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link